- Vastgoed, Huur en Mede-eigendom
- Tracy Enta - Ulrike Beuselinck
- pop-up , tijdelijke huur , pop-up store , pop-up restaurant , pop-updecreet , pop-upordonnantie
Pop-ups en pop-up overeenkomsten hebben eindelijk ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een juridisch kader gekregen.
Dit wordt voorzien in de ordonnantie betreffende de handelshuur van korte duur die vanaf 19 mei 2019 van toepassing is op pop-up overeenkomsten die na die datum afgesloten worden.
De laatste jaren hebben zogenaamde pop-up handelszaken van langsom meer hun intrede gemaakt.
Maar voor de huur van een pand om zulk een pop-up zaak op te starten, botste men op het feit dat een kortstondige verhuur van een handelspand niet wettelijk voorzien was.
De pop-up huurovereenkomsten met betrekking tot winkels, restaurants, etc. die voor een tijdelijke periode worden afgesloten vallen in principe niet onder de handelshuurwet van 30 april 1951 omdat deze formeel elk type van gelegenheidshuur verbiedt.
Maar tegelijkertijd bestond ook het gevaar dat zulke tijdelijke pop-up huurovereenkomst zou worden geherkwalificeerd als een echte handelshuur, waarbij moet worden voldaan aan de dwingende bepalingen van de handelshuurwet, waaronder de verplichte minimumduur van 9 jaar.
In het Vlaamse Gewest worden pop-ups reeds wettelijk geregeld door een decreet dat vanaf 1 september 2016 van toepassing is. Hiervoor verwijzen we naar een eerder artikel op onze website.
Na Vlaanderen voorzag ook Wallonië in een juridisch kader in het decreet van 15 maart 2018 dat op 1 mei 2018 in werking trad.
Vanaf 19 mei 2019 kunnen pop-ups zich dus eindelijk ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zonder probleem ontpoppen.
Een pop-upovereenkomst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het tijdelijke karakter is het meest essentiële kenmerk van de pop-upovereenkomst.
Voor pop-up overeenkomsten die voor een kortere termijn afgesloten worden, kan men een verlenging krijgen, maar de maximale termijn van één jaar mag niet overschreden worden.
Wanneer men een zaak voor langer dan één jaar wenst uit te baten, blijft een omzetting naar een algemene handelshuurovereenkomst mits schriftelijke toestemming van beide partijen tevens steeds mogelijk.
Partijen hebben tevens de mogelijkheid om de overeenkomst te allen tijde en in onderlinge overeenstemming te beëindigen. Zij mogen hierbij kiezen om de overeenkomst definitief stop te zetten of om een nieuwe te sluiten mits zij hiervan een schriftelijk akkoord bekomen.
De huurder heeft in principe geen recht op vergoeding bij een vroegtijdige stopzetting van de overeenkomst, behoudens indien partijen dit expliciet hebben voorzien in de overeenkomst.
De ordonnantie heeft in het voordeel van de huurder voorzien in zeer gunstig regime met betrekking tot de huurwaarborg. De verhuurder mag, doch is niet verplicht om een huurwaarborg te eisen van de huurder, maar deze mag evenwel niet meer dan één maand huur bedragen.
Deze nieuwe ordonnantie beantwoordt aan de actuele economische noden.
Het nieuwe handelsconcept van pop-up handelszaken, dat ondertussen wereldwijd een feitelijke situatie is geworden, krijgt hierdoor ook in heel ons land een eigen juridisch kader.
Ondernemers zullen hierdoor ongetwijfeld worden aangemoedigd om een onderneming op te starten of een nieuw idee of concept uit te proberen. Zo riskeren ze immers niet vastgeketend te worden aan een langdurige handelshuurovereenkomst.
Dit zal dus eveneens een stimulans betekenen voor de handelssector en een oplossing bieden voor de steeds meer schrijnende leegstand van handelszaken.
Voor meer informatie over deze materie of juridische bijstand kan u steeds bij ons terecht, via info@seeds.law of +32 (0)2 747 40 07.