- Arbeidsrecht en Sociale Zekerheidsrecht
- Leila Mstoian - Ann Vranken
- arbeidsovereenkomst , exploitatiezetel , Nederlandse taalgebied , vrij verkeer
Krachtens het Vlaams Taaldecreet van 19 juli 1973 zijn alle ondernemingen met exploitatiezetel
in het Nederlandse taalgebied verplicht om de Nederlandse taal te gebruiken bij de sociale
betrekkingen tussen werkgevers en werknemers en voor de wettelijk voorgeschreven akten en
bescheiden van een onderneming.
Handelingen of documenten die niet beantwoordden aan deze taalvoorwaarde, o.a. een
arbeidsovereenkomst, zijn volgens het decreet nietig.
De voorschriften van het Taaldecreet gelden tevens voor buitenlandse ondernemingen met
exploitatiezetel in het Nederlandse taalgebied, zelfs indien de gebruikelijke voertaal in die
bedrijven niet het Nederlands is.
In zijn arrest van 16 april 2013 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat het Vlaamse
Taaldecreet in grensoverschrijdende arbeidsrelaties in strijd is met het vrij verkeer van
werknemers.
Volgens het Hof vormt de regeling, voorzien in het Taaldecreet, een belemmering voor het vrij
verkeer van werknemers. Het Hof bekritiseerde voornamelijk de verplichting om ook de
arbeidsovereenkomsten met een grensoverschrijdend karakter op te stellen in het Nederlands zonder
dat beide partijen noodzakelijk een kennis moeten hebben van het Nederlands. Het Hof oordeelde dat
in zulke gevallen de arbeidsovereenkomsten in een andere dan de officiële taal van de lidstaat
moeten kunnen worden opgesteld.
De Vlaamse Wetgever heeft het Taaldecreet, naar aanleiding van het beschreven arrest, aangepast
om tegemoet te komen aan de kritiek van het Europese Hof van Justitie.
Op 2 mei 2014 trad het wijzigingsdecreet van 14 maart 2014 in werking. (Decreet tot wijziging van
artikel 1, 2, 4, 5, 12 en 16 van het decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van de
talen voor de sociale betrekkingen tussen werkgevers en werknemers, alsmede van de door de wet en
verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van ondernemingen (B.S. 22 april 2014)).
Hoewel de Vlaamse Wetgever spreekt van een wijziging van het Taaldecreet, is er in wezen slechts
weinig “gewijzigd” sinds de inwerkingtreding van dit wijzigingsdecreet.
De Nederlandse taal blijft de basistaal voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de
werknemers. Hetzelfde principe geldt voor de wettelijk voorgeschreven akten en bescheiden van de
onderneming.
De enige wijziging is gebeurd op het niveau van individuele arbeidsovereenkomsten met
grensoverschrijdend karakter.
Voortaan kan immers bijkomend een rechtsgeldige versie worden opgemaakt van de individuele
arbeidsovereenkomst in een officiële taal van de Europese Unie of van de Europese Economische
Ruimte. Deze (andere) taal dient tevens door alle betrokken partijen te worden begrepen. Vervolgens
heeft de Vlaamse Wetgever voorzien dat in geval van onenigheid tussen de beide versies, de
Nederlandse versie zal prevaleren. Bovendien kan niet elke werknemer gebruik maken van deze
regeling.
In geval van onenigheid tussen de beide versies, zal de Nederlandse versie prevaleren
Deze regeling geldt immers enkel voor de werknemers :
Alle andere documenten en handelingen binnen de arbeidsrelatie kunnen enkel rechtsgeldig in het Nederlands gebeuren. Niettemin staat het elke werkgever vrij om bij elk document een vertaling bij te voegen, zonder dat deze evenwel rechtsgeldige waarde heeft, en zolang het origineel rechtsgeldig document maar in het Nederlands is opgesteld.
Ondernemingen die het decreet niet naleven, kunnen een administratieve of strafrechtelijke boete oplopen. Voorheen was ook voorzien in een gevangenisstraf, die nu afgeschaft is.
De werkgever is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn nietige stukken of handelingen
De stukken of handelingen in strijd met het decreet zijn nietig. De nietigheid wordt ambtshalve door de rechter vastgesteld. Deze nietigheid is geldig tot de indiening van de vervangende stukken bij de griffie van de arbeidsrechtbank. De nietigverklaring kan geen nadeel berokkenen aan de werknemer. De werkgever is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn nietige stukken of handelingen in het nadeel van de werknemer of van derden.
De taal die moet gebruikt worden voor de sociale betrekkingen tussen werkgevers (met een
exploitatiezetel in het Nederlandse taalgebied) en werknemers, voor de wettelijk voorgeschreven
akten en bescheiden van de ondernemingen en voor alle documenten die bestemd zijn voor het
personeel, blijft het Nederlands.
Een uitzondering wordt gemaakt voor de individuele arbeidsovereenkomst, waarvan een bijkomende
rechtsgeldige versie in een andere taal dan het Nederlands mag worden opgesteld, onder de hoger
beschreven voorwaarden. Dit is een optie maar geen verplichting.
Ondanks het feit dat de Vlaamse wetgever het Taaldecreet lichtjes gewijzigd heeft onder druk van
het Europese Hof, blijft het Taaldecreet als gevolg hebben dat de Nederlandse taal primordiaal
blijft in Vlaanderen en de andere talen “accessoir”. Het gewijzigde decreet benadrukt immers dat de
Vlaamse Gemeenschap het gebruik van de Nederlandse taal in de sociale betrekkingen tussen de
werkgevers en de werknemers aanmoedigt, met het oog op de bescherming van de werknemers en ter
versterking van de sociale cohesie.