Analyse

Op 1 januari 2019 is de procedure voor de aanvraag van de gecombineerde vergunning of "Single Permit" in werking getreden. Werknemers met buitenlandse nationaliteit die meer dan 90 dagen in ons land willen werken en verblijven, moeten dus voortaan hun arbeidsvergunning volgens de procedure van de Single Permit aanvragen.

De Single Permit is een elektronische verblijfskaart die zowel een toelating tot verblijf als een toelating tot arbeid omvat.

Dat is handig voor werkgevers die buitenlandse werknemers wensen aan te werven.
We herhalen nog even de voorwaarden waaraan dan moet worden voldaan :

  • vooraf nagaan of de buitenlandse werknemer beschikt over een arbeids- en verblijfsvergunning;
  • een kopie of de gegevens van deze vergunning of van een andere geldige machtiging tot verblijf ter beschikking houden van de bevoegde inspectiediensten, ten minste tijdens de duur van de tewerkstellingsperiode;
  • aangifte doen van de indiensttreding en de uitdiensttreding van de buitenlandse werknemer overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen.

Let evenwel op, de Single Permit roept geen nieuwe rechten of verblijfstatus in het leven. Het voert enkel een vereenvoudiging in van de voorheen omslachtige procedure(s) voor het verkrijgen van een arbeidsvergunning én verblijfsvergunning. De procedure mag dan wel vereenvoudigd zijn, ze neemt niettemin een langere tijd in beslag. We lichten dit hier onder toe.

1. De Single Permit (gecombineerde vergunning)

De Single Permit is enkel van toepassing op een tewerkstelling én verblijf in ons land van meer dan 90 dagen.

De aanvraag van een Single Permit wordt ingediend bij de gewestelijke dienst Economische Migratie (niet meer bij de provinciale dienst). Bij de aanvraag worden zowel de documenten betreffende de tewerkstelling als betreffende het verblijf gevoegd.

De volledige Single Permit-vergunning zelf wordt afgeleverd door de Dienst Vreemdelingenzaken en bevat zowel een toelating tot arbeid als een toelating tot verblijf.

Voor een tewerkstelling van minder dan 90 dagen, blijft de procedure voor het verkrijgen van arbeidskaarten A en B van toepassing met de apart te volgen procedure voor verblijf. Hetzelfde geldt voor de volgende onderdanen :

  • au pair-jongeren;
  • onderzoekers met een gastovereenkomst;
  • hooggekwalificeerde werknemers (Europese blauwe kaart);
  • werknemers die binnen een onderneming zijn overgeplaatst (richtlijn 2014/66/EU van 15.05.2014); 
  • seizoenarbeiders;
  • stagiairs, enkel bij het Vlaams Gewest.

Afgeleverde arbeidskaarten blijven geldig tot het ogenblik waarop ze verstrijken. Pas bij een eerstvolgende verlenging wordt een gecombineerde vergunning afgeleverd.

2. Hoe verloopt de procedure?

De werkgever dient een aanvraag van een Single Permit in via zijn werkgever, behalve wanneer hij een arbeidsvergunning van onbeperkte duur aanvraagt. In dat geval moet hij de aanvraag zelf indienen.

Deze aanvraag moet ingediend worden bij de gewestelijke dienst voor Economische migratie die bevoegd is om een beslissing te nemen over de werkvergunning.

Deze dienst beslist binnen de tien dagen over de volledigheid van de aanvraag en brengt de aanvrager hiervan op de hoogte. Desgevallend wordt hem gevraagd om aanvullende inlichtingen of documenten voor te leggen binnen de vijftien dagen. Gebeurt dit niet binnen de gestelde termijn, dan wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard. Tegen deze beslissing kan beroep ingediend worden bij de Raad van State.

Is het dossier ontvankelijk verklaard, dan wordt het overgemaakt aan de Dienst Vreemdelingenzaken die bevoegd is om een beslissing te nemen over de verblijfsvergunning. Deze heeft op haar beurt een beslissingstermijn van 4 maanden die in uitzonderlijke omstandigheden kan verlengd worden wanneer de aanvraag complex is.

Bij gebreke aan beslissing binnen de gestelde termijn van 4 maanden, wordt de toelating tot arbeid en verblijf geacht te zijn toegekend. Dit wil zeggen dat de procedure tot vierenhalve maanden in beslag kan nemen.

Ook al heeft de aanvrager een positieve beslissing verkregen omtrent de tewerkstelling, dan nog mag deze pas aan het werk gaan als ook de toelating tot verblijf effectief is toegekend. En omgekeerd, de beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken is maar geldig op voorwaarde dat er ook een arbeidsvergunning toegestaan is.

Wanneer beide beslissingen positief zijn, zowel voor wat betreft arbeid als verblijf, wordt de Single Permit door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de werkgever en, indien van toepassing, aan de werknemer meegedeeld.

Tegen de beslissing tot weigering van een arbeidsvergunning kan beroep worden aangetekend bij de bevoegde regionale minister en tegen deze beslissing is nog een beroep mogelijk voor de Raad van State.

Tegen een negatieve beslissing betreffende het verblijf, kan beroep worden aangetekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, en de beslissing van deze Raad is nog steeds vatbaar voor beroep bij de Raad van State.

3. De volgende werknemers moeten geen Single Permit aanvragen

Sommige categorieën van werknemers of personen zijn van rechtswege toegelaten tot arbeid op het Belgisch grondgebied. Dit is het geval in de volgende situaties :

3.1  Werknemers die onder de Limosa-verplichting vallen

Voor werknemers die in een ander land dan België werken, of in een ander land zijn aangeworven, en tijdelijk of deeltijds in België komen werken, is geen Single Permit nodig. Voor hen geldt de Limosa-verplichting.

Wenst u zulke werknemer in dienst te nemen, dan mag u niet vergeten de Limosa-melding te doen bij de RSZ vooraleer de betrokken werknemer zijn activiteiten in België aanvangt. U draagt hiervoor als werkgever de volledige verantwoordelijkheid.

Meer specifiek, komen de volgende werknemers daarvoor in aanmerking :

  • de handelsvertegenwoordigers met hoofdverblijf in het buitenland,
  • journalisten die in het buitenland verblijven,
  • werknemers die opleidingen volgen in de Belgische zetel van de groep waartoe hun werkgever behoort,
  • ICT-specialisten in het kader van hun recht op korte termijn mobiliteit,
  • derdelanders die onderzoek doen in België,
  • de werknemers die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de EER (Europese Economische Ruimte) en die tewerkgesteld zijn door een onderneming die gevestigd is in een lidstaat van de EER of Zwitserland en zich naar België begeven om diensten te verrichten.

De periode waarin deze categorie van personen vrijgesteld zijn van een expliciete toelating tot arbeid, bedragen niet meer dan 3 opeenvolgende maanden (uitgezonderd voor personen die hier onderzoek voeren).

3.2  Gedetacheerde werknemers en zelfstandigen

Hieronder vallen werknemers tewerkgesteld in de sector van het internationaal vervoer van personen of goederen, gedetacheerden voor installatie van goederen (onder specifieke voorwaarden), gespecialiseerde technici, werknemers die in België wetenschappelijke congressen bijwonen, werknemers die vergaderingen moeten bijwonen in beperkte kring, werknemers tewerkgesteld door overheidsdiensten, diplomatieke en consulaire zendingen, de werknemers die tewerkgesteld worden door een internationale instelling van publiek recht in België gevestigd en waarvan het statuut geregeld wordt door een verdrag, artiesten met internationale faam en hun begeleiders, de vorsers en de leden van een wetenschappelijk team die in het buitenland verblijven en door een buitenlandse universiteit of wetenschappelijke instelling worden tewerkgesteld, die in België aan een wetenschappelijk programma in een onthaaluniversiteit of een wetenschappelijke instelling deelnemen (onder specifieke voorwaarden).

3.3  Werknemers die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden

Bepaalde personen worden vrijgesteld van een expliciete toelating tot arbeid in het kader van een specifieke verblijfsreden, waaronder erkende vluchtelingen, personen die verplichte stage moeten volgen, buitenlandse studenten, leerlingen, humanitair geregulariseerden, subsidiair beschermden, erkende gezinsherenigers, echtgenoten en kinderen van houders van bijzondere verblijfstitels, houders van een verblijfsvergunning van onbepaalde duur (elektronische verblijfskaart B, C of D) … .

3.4  Personen die vallen onder de Vander Elst – vrijstelling

Personen die in België werken in het kader van vrij verkeer van diensten en personen (Vander Elst detachering) moeten eveneens geen toelating tot arbeid vragen.

Alle vrijgestelden zullen de Single Permit moeten aanvragen indien zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor de vrijstelling.

Meer weten over dit onderwerp?

Contacteer onze experten of bel +32 (0)2 747 40 07
Leila Mstoian

Leila Mstoian

Partner