- Vennootschapsrecht en M&A , Financieel en Bancair Recht
- Mathieu Maniet - Leo Peeters
- witwassen van geld , financiering van terrorisme , witwas , terrorisme , contanten , cash
In een vorig artikel hadden we het reeds over de
invoering van het UBO-register in de Belgisch wetgeving door de wet van 18 september 2017. Deze
wet bevat daarenboven veel essentiële wijzigingen ten opzichte van de wet van 11 januari 1993, die
wordt ingetrokken. We geven u in dit artikel een kort overzicht van deze laatste wijzigingen.
De wet "inzake de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en
de beperking van het gebruik van contanten", gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6
oktober 2017 en in werking getreden op 16 oktober 2017, zorgt voor de omzetting van de Richtlijn
(EU) 2015/849 van 20 mei 2015 en is gebaseerd op belangrijke ontwikkelingen op Europees en
internationaal niveau, waaronder de aanbevelingen van de Financiële Actiegroep (FAG).
Het toepassingsgebied van deze nieuwe wet is op verschillende manieren uitgebreid.
33 entiteiten vallen, in het kader van de uitoefening van hun beroepsactiviteit, onder deze wet.
Deze lijst omvat onder meer de NBB, kredietinstellingen, het deposito- en consignatiefonds,
vereffeningsinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsvennootschappen, alternatieve
financieringsplatformen (crowdfunding), makelaars in bank- en beleggingsdiensten, onafhankelijke
financiële planners, leasingmaatschappijen, notarissen, gerechtsdeurwaarders, advocaten.
Er
wordt eveneens voorzien in een categorie van entiteiten die een beroepsactiviteit uitoefenen in de
financiële sector wier activiteiten nog niet zijn gereguleerd, maar in de toekomst kunnen worden
gereguleerd.
Bij Koninklijk Besluit blijft het mogelijk de categorieën van entiteiten uit te breiden tot nieuwe
categorieën entiteiten waarvan blijkt dat hun activiteiten kunnen worden gebruikt voor het
witwassen van geld of de financiering van terrorisme.
Hoewel alleen casino's onder de wet van 11 januari 1993 vielen, wordt het toepassingsgebied
uitgebreid tot alle kansspelaanbieders, inclusief aanbieders van spellen die via het internet
worden gebruikt.
De begrippen 'uiteindelijke begunstigden' en 'politiek prominente personen' zijn
nauwkeuriger gedefinieerd. Met het oog op de bestrijding van corruptie omvat dit laatste concept nu
leden van wetgevende lichamen die vergelijkbaar zijn met parlementen; leden van de bestuursorganen
van politieke partijen; directeurs en adjunct-directeurs en leden van de raad van een
internationale organisatie of personen die een gelijkwaardige functie binnen het bedrijf innemen.
Ten slotte zijn natuurlijke personen ingeschreven op de lijst van stagiairs accountants en van de
stagiairs belastingconsulenten ook onderworpen aan de anti-witwasverplichtingen.
De benadering die gebaseerd is op het risico, is niet nieuw. Dit houdt in dat van personen die
aan de wet onderworpen zijn, wordt verwacht dat ze een analyse en beoordeling uitvoeren van de
risico’s met betrekking tot het witwassen van geld. Op deze manier kunnen ze soms maatregelen die
ze moeten nemen verzachten in situaties met een laag risico en deze soms verscherpen wanneer de
situatie een hoog risico inhoudt.
Met andere woorden, er moet evenredigheid zijn tussen de wijze waarop de onderworpen entiteiten aan
hun wettelijke verplichtingen moeten voldoen en de risico's waarmee zij in de praktijk worden
geconfronteerd.
De nieuwe wet concretiseert en versterkt de implementatie van deze aanpak en generaliseert deze
naar alle wettelijke verplichtingen, in het bijzonder de verplichting tot waakzaamheid. De bijlagen
bij de wet bevatten lijsten van potentieel hogere of lagere risico-indicatieve factoren.
Als onderdeel van de risicobeoordeling stelt de wet een cascadeprocedure vast voor de identificatie
en beoordeling van de risico's van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Dit impliceert
grosso modo dat de risico's op Europees niveau worden beoordeeld door de Europese Commissie, op
nationaal niveau door elke lidstaat en op individueel niveau door de entiteiten die onder de wet
vallen.
Sinds 1 januari 2014 is het verboden contante betalingen te doen van meer dan 3.000 euro.
Deze nieuwe wet heeft enkele verduidelijkingen aangebracht en bepaalt dat een betaling of een
schenking niet kan worden gedaan of ontvangen in cash geld van meer dan 3.000 euro, of het
equivalent daarvan in een andere valuta, als onderdeel van een verrichting of een geheel van
verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan.
Deze beperking is daarom van toepassing op alle betalingen, inclusief schenkingen, aan natuurlijke
of rechtspersonen. Eerder was deze materie enkel van toepassing op betalingen die beroepshalve
gebeurden.
De nieuwe wet handhaafde ook niet de 10% -regel, namelijk dat als de waarde van de transactie meer
dan 3.000 euro bedroeg, het maximale bedrag dat de professional kon accepteren 10% van het totaal
was, met een maximum van 3.000 euro.
Onder de vele nieuwigheden moet worden vermeld dat voorzien wordt in een maximale periode van 10
jaar na het einde van de zakelijke relatie met een klant of na de datum van een transactie die
occasioneel wordt gesloten, waarbinnen persoonsgegevens moeten bewaard worden door de onderworpen
entiteit.
De nieuwe wet is veel strenger en voorziet in verschillende administratieve boetes voor de
onderworpen entiteiten. Zo kunnen rechtspersonen worden gesanctioneerd met een boete van 10.000
euro tot maximaal 10% van de netto jaaromzet van het voorgaande jaar, terwijl particulieren een
boete van 5.000 tot 5.000.000 euro kunnen oplopen, afhankelijk van door de wet geboden relevante
omstandigheden.
Strafrechtelijke sancties zijn ook voorzien voor personen die inspecties en verificaties van de
toezichthoudende autoriteiten waartoe zij verplicht zijn in het land of in het buitenland hinderen
of die weigeren gegevens te verstrekken die zij op grond van de wet moeten meedelen of die bewust
onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekken.
De samenwerking tussen de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) en de Europese Commissie
is verbeterd.
Bovendien moeten derde landen met een hoog risico, namelijk wiens regelgeving strategische
tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de
EU, door de Europese Commissie aangemerkt worden als een land met een hoog geografisch risico.
Hoewel deze nieuwe wet geen revolutie teweegbrengt in deze wetgeving, behalve de introductie van
het UBO-register, voert het nog steeds veel nieuwe elementen in die ervoor moeten zorgen dat
witwassen van geld en de financiering van terrorisme voorkomen wordt.
Onderworpen entiteiten hebben er belang bij bijzonder alert te blijven in verband met deze
ontwikkelingen om in regel te blijven met hun verplichtingen.
Tot slot moet worden opgemerkt dat de wet in de toekomst al moet worden gewijzigd na de indiening
van een vijfde anti-witwasrichtlijn. De wetgever moet nu al rekening houden met nieuwe uitdagingen
: virtuele valuta's en prepaid-kaarten zijn daar slechts een schijn van.