News

In onderstaand artikel gaan we na welke landbouwgrond in aanmerking komt voor onteigening voor bebossing en natuurrealisatie.

Onteigening verpachter - Andersen

1. Wanneer de verpachter onteigend wordt

Indien de verpachter wordt onteigend, stelt de oude Pachtwet duidelijk in de voorbereidende werken dat de gevolgen van een onteigening van een verpacht goed buiten het bestek van de wet op de landpacht vallen. In het geval van gerechtelijke onteigening wordt de pacht van rechtswege ontbonden door het vonnis dat de formaliteiten vervuld verklaart. 

Onder het Pachtdecreet wordt onteigening eveneens slechts zeer kort aangehaald. 

In het kader van de loopbaanpacht wordt bepaald dat een verpachter op elk ogenblik een einde kan maken aan de lopende pacht om de verpachte goederen te gebruiken in overeenstemming met de eindbestemming indien de pachtovereenkomst betrekking heeft op gronden die na het sluiten van de overeenkomst onteigend worden door een openbaar bestuur of publiekrechtelijke rechtspersoon. 

Daarbij komt nog dat het nieuwe Pachtdecreet een bepaling van de Pachtwet overneemt die stelt dat indien goederen die om redenen van algemeen nut verworven of onteigend zijn, opnieuw verpacht worden, de voormalige pachter een recht van voorrang heeft tegen de maximaal toegestane pachtprijs. De berekening van deze maximaal toegestane pachtprijs wordt ook voorzien in het Pachtdecreet.

2. Welke landbouwgronden komen in aanmerking voor onteigening 

Zoals hierboven gesteld is het nieuw in het Pachtdecreet dat de verpachter op ieder ogenblik de pacht kan opzeggen om de gepachte goederen te gebruiken in overeenkomstig met hun eindbestemming, als de pachtovereenkomst betrekking heeft op gronden die zullen worden aangewend voor bebossing of natuurrealisatie. Artikel 10 van het Pachtdecreet zet de toepasselijke voorwaarden uiteen:

7° De onteigening heeft betrekking op gronden die zullen worden aangewend voor bebossing of natuurrealisatie als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de gronden hebben een gezamenlijke en aaneengesloten oppervlakte van ten minste 0,5 hectare;
b) de bebossing of natuurrealisatie zal gedurende een periode van ten minste 24 jaar worden aangehouden;
c) de gronden liggen in:

1) ofwel een gebied dat is aangeduid op een definitief vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan en dat valt onder de categorie van gebiedsaanduiding “bosgebied” of “natuurgebied”, vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de tekst is vastgesteld bij het besluit van 11 april 2008;

2) ofwel een van de volgende gebieden die zijn aangeduid op een gewestplan, een algemeen plan van aanleg of een bijzonder plan van aanleg: “bosgebied”, “groengebied”, “natuurgebied”, “natuurgebied met wetenschappelijke waarde”, “natuurontwikkelingsgebied” of “natuurreservaat”;

3) ofwel een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2, 43°, c), van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

d) in geval van bebossing gebeurt die niet in het kader van de verplichting tot compensatie, vermeld in artikel 90bis, §2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

8° betrekking heeft op gronden die zullen worden aangewend voor bebossing of natuurrealisatie als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de pachtovereenkomst is aangegaan met een gemeente;
b) de bebossing of natuurrealisatie heeft betrekking op gronden met een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 0,5 hectare;
c) de bebossing of natuurrealisatie zal gedurende een periode van ten minste 24 jaar worden aangehouden;
d) de bebossing of natuurrealisatie is door de gemeenteraad goedgekeurd;
e) de verpachter heeft de gronden niet zelf in een ruimtelijk uitvoeringsplan als agrarisch gebied aangeduid;
f) in geval van bebossing gebeurt die niet in het kader van de verplichting tot compensatie, vermeld in artikel 90bis, §2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990.

In geval van opzegging met het oog op bebossing of natuurrealisatie kan de rechter de geldigverklaring van de opzegging weigeren als de leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering ernstig zou worden verstoord. 

De rechter kan de geldigverklaring van de opzegging ook beperken tot bepaalde percelen of tot een bepaalde oppervlakte, maar alleen met het doel de opzegging in overeenstemming te brengen met de bepalingen over de leefbaarheid van het bestaande landbouwbedrijf.

Voor de volgende gevallen waarin de leefbaarheid van het landbouwbedrijf van de pachter ernstig verstoord wordt, verwijzen we naar Deel 4 van deze artikelenreeks.

Voor de berekening van de oppervlakte van percelen waarvoor de opzegging werd gegeven, wordt ook de oppervlakte in rekening genomen van percelen die in een periode van 27 jaar vóór de opzegging ook al zijn opgezegd met het oog op bebossing of natuurrealisatie. Voor de berekening van de bedrijfsoppervlakte van de pachter wordt het gemiddelde genomen van de oppervlakte van de laatste drie jaar, zoals is aangegeven in de verzamelaanvraag.

Wenst u hierover meer informatie, aarzel dan niet onze specialisten te contacteren via info@be.Andersen.com of +32 (0)2 747 40 07. 

Lees ook

Kan de rechter een opzegging van een pachtovereenkomst weigeren of beperken in oppervlakte?

23.04.2024
Vastgoed, Huur en Mede-eigendom

Meer weten over dit onderwerp?

Contacteer onze experten of bel +32 (0)2 747 40 07
Ulrike Beuselinck

Ulrike Beuselinck

Partner - Mediator
Charlotte Sterckx

Charlotte Sterckx

Senior Associate