- Intellectueel Eigendomsrecht - Privacy
- Lynn Pype
- digitale media , geo-blokkering , grensoverschrijdende oline activiteiten , protabiliteit , online mediadiensten , auteursrechten
De Europese Commissie heeft in mei 2015 haar strategie voor de digitale eengemaakte markt
gepresenteerd die erop gericht is om de barrières die online nog bestaan weg te werken en
grensoverschrijdende online activiteiten te promoten.
Eén
van de voorstellen heeft als doel om de portabiliteit van online mediadiensten te verruimen en
ervoor te zorgen dat digitale inhoud niet enkel toegankelijk is in het land waar het is aangekocht.
Dit wordt tot nu toe immers teveel beperkt door de werking van auteursrechten, die ondanks een
zekere harmonisatie op Europees niveau, nog steeds een behoorlijk nationaal karakter heeft. De
strategie voor de digitale eengemaakte markt stelt ook voorop om de EU-regelgeving voor het
auteursrecht te moderniseren en deze aan te passen aan de huidige werking van de online markt.
Een belangrijke stap hierin is het voorstel van de verordening om online inhoud toegankelijker te
maken, en de belemmering door geo-blokkering weg te nemen. Het voorstel van de verordening zelf
dateert al van december 2015, maar het is pas op 8 juni 2017 dat de Raad de verordening formeel
heeft aangenomen.
De zogenaamde geo-blokkering heeft tot gevolg dat aanbieders van online mediadiensten
beperkingen kunnen opleggen aan de consumenten, en de inhoud afhankelijk kunnen maken van de
locatie waar de consument zich bevindt.
Geo-blokkering is niet enkel in deze sector een hindernis. Sommige handelaren beperken de toegang
van hun webshop tot bepaalde lidstaten of maken de voorwaarden afhankelijk van de lidstaat waar de
consument zich bevindt. Ook hier wenst de Europese Commissie een einde aan te maken, en heeft zij
reeds een voorstel geformuleerd om deze belemmering op te heffen.
De inning en verdeling van de auteursrechten liggen aan de basis van de beperking van de grensoverschrijdende portabiliteit
De inning en verdeling van de auteursrechten liggen aan de basis van de beperking van de
grensoverschrijdende portabiliteit. De auteursrechten op digitale inhoud maken het voorwerp uit van
licentieovereenkomsten tussen de distributeurs van films, series, boeken, en de aanbieders van
online mediadiensten. Aangezien deze licentieovereenkomsten vaak geografische beperkingen bevatten
(omwille van exclusiviteitsredenen), zijn de aanbieders verplicht de toegang tot hun diensten uit
te sluiten vanaf IP-adressen buiten het overeengekomen gebied.
De Europese Commissie beschouwt de geo-blokkering als een niet-gerechtvaardigde belemmering van de
interne markt. Het voorstel van verordening zal hieraan dus een einde maken.
De verordening richt zich enkel op online-inhoudsdiensten die tegen betaling worden aangeboden,
zoals Netflix of Spotify, en online-inhoudsdiensten die zonder betaling worden verstrekt, voor
zover de aanbieders de woonlidstaat van hun abonnees controleren.
Online-inhoudsdiensten die hun inhoud gratis aanbieden, en die geen controle uitoefenen op hun
gebruikers vallen buiten het toepassingsveld (vb. Sporza).
De betaling voor de diensten kan zowel direct als indirect zijn. De Commissie geeft als voorbeeld
van indirecte betaling, de situatie waarbij een abonnee betaalt voor een dienstenpakket dat een
telecommunicatiedienst combineert met een online-inhoudsdienst van een andere aanbieder.
Wanneer een aanbieder daarentegen gratis online inhoud beschikbaar stelt, zonder dat de gebruiker
zich hoeft te registreren, dan moet de inhoud niet toegankelijk gemaakt worden in andere
lidstaten.
Geografische beperkingen in de licentieovereenkomsten zullen niet kunnen worden tegengeworpen aan de aanbieders
Het voorstel voor de verordening voorziet dat aanbieders van online mediadiensten niet
aansprakelijk mogen worden gesteld voor eventuele schendingen van hun licentieovereenkomsten, die
strijdig zijn met de verplichting om de inhoud toegankelijk te maken in een andere lidstaat. Met
andere woorden, de geografische beperkingen in de licentieovereenkomsten zullen niet kunnen worden
tegengeworpen aan de aanbieders.
De levering van de online inhoud aan abonnees die tijdelijk in een andere lidstaat verblijven, dan
in hun woonlidstaat, wordt geacht te zijn uitgevoerd in de woonlidstaat van de abonnee in
kwestie.
In de motivering van haar voorstel, maakt de Europese Commissie een bijzondere overweging
omtrent de bescherming van de privacy.
De houders van de auteursrechten op de inhoud, die door de aanbieders op de markt worden gebracht,
hebben het recht om te eisen dat de aanbieder de doeltreffende maatregelen gebruikt om na te gaan
of de online mediadienst wordt geleverd in overeenstemming met de verordening. De maatregelen die
de aanbieders hierbij moeten nemen, mogen geen afbreuk doen aan de privacy van de abonnees.
De Commissie merkt in dit verband op dat het niet de bedoeling is dat de gebruikers permanent
gecontroleerd worden, maar dat deze controle van IP-adressen kan uitgevoerd worden door middel van
steekproeven. Hierbij stelt de Commissie dat aangezien de locatie voor deze controle niet echt van
belang is, maar eerder de lidstaat waar de abonnee toegang krijgt tot de dienst, de precieze
gegevens van de abonnee niet mogen verzameld en verwerkt worden voor dit doel. Wanneer bovendien de
authenticatie van de abonnee voldoende is om toegang te krijgen tot de digitale inhoud, dan mag er
evenmin identificatie van de abonnee worden vereist.
De verordening zal in werking treden 9 maanden na bekendmaking in het publicatieblad van de EU.
Vermoedelijk zullen de nieuwe regels kunnen worden toegepast vanaf het eerste of tweede kwartaal
van 2018.