De "cash-for-car" wet vernietigd door het Grondwettelijk Hof

Analyse

Zoals u misschien al vernomen heeft, heeft het Grondwettelijk Hof de wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding (cash-for-car) vernietigd. Het Hof oordeelt dat de wet aanleiding geeft tot een verschil in behandeling (discriminatie) tussen werknemers die wel of niet gebruik maken van de mobiliteitsvergoeding en dat ze daarenboven niet waarborgt dat haar doelstelling wordt bereikt.

In een eerdere bijdrage informeerden we u reeds dat de mobiliteitsvergoeding een geldbedrag is dat een werknemer van zijn werkgever in ruil ontvangt wanneer hij zijn bedrijfswagen inlevert. Deze wordt zowel fiscaal als sociaal op dezelfde manier behandeld als de bedrijfswagen die ingeleverd wordt.

1. Waarom nam Grondwettelijk Hof deze beslissing?

Het Grondwettelijk Hof stelt vast dat de wet mobiliteitsvergoeding een ongeoorloofd verschil in behandeling (discriminatie) invoert tussen werknemers die wel of niet een mobiliteitsvergoeding genieten.

Werknemers die de mobiliteitsvergoeding genieten, krijgen naast hun loon een vrij te besteden mobiliteitsvergoeding die aan een bijzonder gunstig fiscaal en sociaal regime onderworpen is, terwijl het volledige loon van werknemers die geen mobiliteitsvergoeding genieten, integraal onderworpen is aan de fiscale en sociale bijdragen. De wetgever geeft volgens het Hof daarvoor geen redelijke verantwoording.

Daarbovenop stelt het Grondwettelijk Hof vast dat er onvoldoende garantie is dat een werknemer die gebruik maakt van de mobiliteitsvergoeding effectief niet meer met de auto naar het werk zal komen. En dat is in se het objectief van de wet mobiliteitsvergoeding.

Het Hof baseert zich hiervoor op de volgende overwegingen:

  • Doordat werknemers hun financiële vergoeding vrij kunnen aanwenden, kunnen ze bijvoorbeeld nog steeds een privé-voertuig aankopen en dat gebruiken voor de woon-werkverplaatsingen;
  • Het bedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt berekend op de catalogusprijs van de laatst ingeleverde wagen, zonder dat er rekening gehouden wordt met de werkelijke mobiliteitsbehoefte van de werknemer (het aantal kilometers tussen de woon- en werkplaats);
  • Voor werknemers met méérdere bedrijfswagens volstaat het dat zij één bedrijfswagen inleveren met als gevolg dat ze een bedrijfswagen én een mobiliteitsvergoeding kunnen combineren.

2. Wat zijn de gevolgen van deze vernietiging?

De gevolgen van de vernietigde wet worden gehandhaafd tot wanneer een andere wetsbepaling in werking treedt, en dit uiterlijk tot en met 31 december 2020.

Werkgevers met werknemers die al opteerden voor het systeem van de mobiliteitsvergoeding, hebben de mogelijkheid om te wachten op een mogelijke nieuwe wettelijke regeling of de mobiliteitsvergoeding vervangen door het mobiliteitsbudget.

Het Grondwettelijk Hof verwijst zelf reeds naar het mobiliteitsbudget als mogelijke oplossing. Goed om weten is dat de wet die het mobiliteitsbudget invoert, een regeling voorziet voor de omzetting van een mobiliteitsvergoeding naar een mobiliteitsbudget.

Het mobiliteitsbudget voorziet dat werknemers die een bedrijfsvoertuig hebben of ervoor in aanmerking komen, kunnen opteren voor een jaarlijks mobiliteitsbudget dat gelijk is aan de jaarlijkse bruto kosten van hun bedrijfswagen, en dit zonder bijkomende kosten voor de werkgever. Dit budget kan naar eigen keuze verdeeld worden over verschillende vervoersoplossingen om vlotter en milieubewuster op het werk te geraken of besteed worden aan woonkosten indien de werknemer binnen een radius van 5 km van zijn werk woont. Meer informatie over het mobiliteitsbudget kan u lezen door hier te klikken.

Wenst u hier meer informatie over te ontvangen of bijgestaan te worden, aarzel niet ons te contacteren op +32 (0)2 747 40 07 of via info@seeds.law.

Meer weten over dit onderwerp?

Contacteer onze experten of bel +32 (0)2 747 40 07
Leila Mstoian

Leila Mstoian

Partner