- Vastgoed, Huur en Mede-eigendom
- woninghuur in Brussel , referentiehuurprijs , buitensporige huurprijzen , woonhuurovereenkomst , huurovereenkomst , paritaire huurcommissie , huurprijs , herziening van de huurprijs
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nam nieuwe maatregelen om buitensporige huurprijzen tegen te gaan.
Zo is het vanaf 2 december 2021 verplicht om ook de referentiehuurprijs te vermelden in de huurovereenkomst.
Onlangs werd een ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gepubliceerd die een aantal wijzigingen doorvoert in de Brusselse Huisvestingscode.
De eerste belangrijke wijziging betreft het verbod op 'buitensporige huurprijzen' en de verplichte vermelding van de referentiehuurprijs in de huurovereenkomst. Deze referentiehuurprijs zal voorkomen in een rooster van indicatieve huurprijzen dat in 2017 in Brussel ingevoerd werd.
Voortaan bent u als verhuurder in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verplicht om de referentiehuurprijs (of de tussentijdse huurprijzen rond de referentiehuurprijs) te vermelden in uw huurovereenkomst.
Daarnaast voorziet de nieuwe ordonnantie in de oprichting van een paritaire huurcommissie (PHC) bij de Adviesraad voor de Huisvesting. Deze heeft een adviserende functie en is bevoegd om advies te geven over de redelijkheid van de huurprijs voor elke woonhuurovereenkomst in het Brussels Gewest (die niet is gesloten door een openbare vastgoedoperator).
De commissie kan worden ingeschakeld door elke belanghebbende en door de bevoegde rechter. De huurder heeft dus de mogelijkheid om ofwel rechtstreeks naar de commissie te stappen ofwel stapt de huurder naar de vrederechter die dan een advies kan vragen aan de commissie. Indien de huurprijs buitensporig blijkt te zijn kan deze door de vrederechter worden verlaagd. De vrederechter is evenwel niet verplicht om het advies van de commissie te volgen.
Volgens de ordonnantie zijn volgende huurprijzen buitensporig wanneer:
De uitspraak waarbij een herziening van de huurprijs wordt toegestaan kan teruggaan in de tijd maar kan ten vroegste ingaan vier maanden voor de datum van de akte tot inleiding van het geding.
Deze ordonnantie treedt in voege op een datum die nog door de Brusselse regering bepaald moet worden.
De verplichting om de referentiehuurprijs te vermelden is echter wel in werking getreden op 2 december 2021.