- Handels - en Economisch Recht
- eigendomsvoorbehoud , pandwet , algemene verkoopsvoorwaarden , eigendomsrecht , faillissement , volledige betaling van de prijs , schuldeiser , pandregister , samenloop van schuldeisers , roerende goederen
Verkopers en leveranciers van roerende goederen kunnen problemen met slecht betalende klanten voorkomen via een beding van eigendomsvoorbehoud.
Met dit beding kan men namelijk contractueel bepalen dat het eigendomsrecht op een bepaald goed pas overgaat nadat de derde-verkrijger er de prijs volledig van heeft betaald.
De pandwet heeft het wettelijk kader voor het beding van eigendomsvoorbehoud aangepast, waardoor elke schuldeiser – die een eigendomsvoorbehoud bedongen heeft - zich in een steviger positie bevindt.
Het eigendomsvoorbehoud is een zekerheidsrecht die dient als bescherming tegen een schuldenaar die in gebreke blijft. Wanneer bij een verkoop een eigendomsvoorbehoud voorzien wordt, gaat het eigendomsrecht van het verkochte goed pas over op de verkrijger van zodra deze de prijs die de tegenprestatie vormt van de overdracht, volledig betaald heeft.
Het goed komt met andere woorden pas in het vermogen van de verkrijger terecht door de volledige betaling van de prijs.
Een beding van eigendomsvoorbehoud opnemen in een verkoopovereenkomst is een techniek. Eenmaal een verkoop voltrokken is en de koper de eigendom van rechtswege verkregen heeft nadat de partijen overeenstemming hebben bereikt over de zaak en de prijs, staat niets de partijen in de weg om alsnog overeen te komen dat de eigendomsoverdracht uitgesteld wordt tot de volledige betaling van de prijs. De bepalingen betreffende de voltrokken verkoop zijn in feite niet van openbare orde.
Deze clausule is van uitzonderlijk belang in geval de debiteur-koper failliet gaat. Een faillissement brengt immers de samenloop van schuldeisers mee. Zij komen daardoor op gelijke voet te staan bij de verdeling van het vermogen van hun gemeenschappelijke schuldenaar, tenzij zij over een voorrecht beschikken dat hen in staat stelt zich vóór de andere schuldeisers te bedienen (bijvoorbeeld een hypotheek). Een verkoper die een beding van eigendomsvoorbehoud heeft bedongen, kan in geval van faillissement van de koper-schuldenaar tegenover de andere schuldeisers aanvoeren dat het goed in kwestie eigenlijk aan hem toebehoort en zo aan de samenloop van schuldeisers ontsnappen.
Hoewel er geen wettelijke definitie bestaat van het begrip eigendomsvoorbehoud, is een beschrijving ervan te vinden in de "Pandwet". Deze wet creëerde een wettelijke regeling voor eigendomsvoorbehoud ter vervanging van de voorheen geldende wettelijke regeling van de "Faillissementswet".
De pandwet voorziet vanaf 2018 in een wettelijke verankering in het Burgerlijk Wetboek van dit beding van eigendomsvoorbehoud en schafte de regeling in de Faillissementswet af.
De pandwet bepaalt dat een verkoper die een eigendomsvoorbehoud heeft bedongen, zijn goederen kan terugvorderen wanneer de koper in gebreke blijft de prijs volledig te voldoen.
Daar wordt aan toegevoegd dat dit eigendomsvoorbehoud van toepassing is ongeacht de juridische aard van de overeenkomst waarin het is opgenomen. Met andere woorden geldt het eigendomsvoorbehoud dus niet langer alleen in het kader van een koop/verkoop-overeenkomst maar eveneens in andere overeenkomsten zoals ruil, schenking, aanvaarding, aanneming … enzovoort
Zo kan een eigendomsvoorbehoud perfect worden bedongen door een aannemer die naast diensten ook bouwmaterialen levert. Voorheen kon hierover discussie ontstaan.
Bovendien kan het eigendomsvoorbehoud nu bij elke vorm van samenloop ingeroepen worden tegen zowel de koper als derde schuldeisers, en niet meer alleen in geval van faillissement. Het eigendomsvoorbehoud kan dus ook worden ingeroepen in geval van collectieve schuldenregeling, vereffening of inbeslagneming.
De voorwaarden zijn de volgende:
Let op! Indien de koper een consument is, zijn de regels strenger. In dat geval geldt het eigendomsvoorbehoud alleen als de consument uitdrukkelijk met het beding van eigendomsvoorbehoud heeft ingestemd. Het akkoord van de koper moet met andere woorden schriftelijk worden vastgelegd.
Het goed moet niet meer sowieso in natura aanwezig zijn, zoals dat eerder voorzien was in de Faillissementswet.
Indien de koper failliet gaat, heeft de schuldeiser met een eigendomsvoorbehoud er alle belang bij snel te handelen om zijn goed terug te krijgen.
Inderdaad, hoewel het faillissement geen afbreuk doet aan het recht van de eigenaar om de goederen van de schuldenaar op te eisen, moet de schuldeiser niettemin, op straffe van verval, zijn revindicatie (terugvordering) uitoefenen vóór dat het eerste verslag van verificatie van de aangiftes van schuldvordering door de curator is ingediend.
Om zijn vordering "uit te oefenen", moet de schuldeiser de schuldenaar niet noodzakelijk voor de rechter dagen. Het volstaat dat hij zijn voornemen kenbaar maakt om van het beding gebruik te maken.
Met andere woorden, wanneer de rechtbank een vennootschap failliet verklaart en de procedure inleidt, beveelt zij in haar vonnis - dat in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt - dat de schuldeisers verplicht zijn hun aangifte van schuldvordering bij de griffie van de rechtbank in te dienen binnen een termijn die zij bepaalt. Deze termijn bedraagt over het algemeen 30 dagen. Op het einde van deze periode wordt door de curator een eerste verslag over de verificatie van de vorderingen opgesteld. Zodra dit verslag is ingediend, kan de clausule van eigendomsvoorbehoud niet meer worden uitgeoefend.
De registratie in het pandregister van een eigendomsvoorbehoud is een facultatief recht.
Op deze regel bestaat er echter één uitzondering, namelijk, ingeval de bezwaarde goederen riskeren onroerend te worden door incorporatie. Dan moet het eigendomsvoorbehoud wel geregistreerd worden in het pandregister.
Nadat een eigendomsvoorbehoud op een goed geregistreerd is in het pandregister, ontstaat er zelfs voorrang ten opzichte van een hypothecaire schuldeiser. Uit de parlementaire stukken blijkt dat deze voorrang zelfs geldt indien de registratie in het pandregister gebeurde na de hypothecaire inschrijving, met dien verstande weliswaar dat de registratie gebeurt voor het moment van de incorporatie van het goed zelf.
Onnodig te verduidelijken dat de registratie van een beding van eigendomsvoorbehoud in het pandregister in alle geval een extra bescherming biedt.
Registratie is voor 10 jaar geldig, maar kan hernieuwd worden.
Voor de registratie moet een retributie betaald worden, die al naargelang de waarde van het goed waarop het eigendomsvoorbehoud geldt, € 20 (goed van < € 10.000) tot € 500 (goed van > 500.000) bedraagt.
Het eigendomsvoorbehoud heeft sinds de invoering van de pandwet een verbeterd wettelijk kader gekregen waardoor men er vaker en efficiënter van gebruik kan maken.
Het is in alle geval interessant om een beding van eigendomsvoorbehoud te voorzien in de algemene verkoopsvoorwaarden in al de verkoopsdocumenten, zoals offertes, bestelbons, aannemingsovereenkomsten, enz. … en deze extra te laten ondertekenen door de verkrijger, vooral ingeval deze laatste een consument is.
Het eigendomsvoorbehoud betekent een extra bescherming wanneer deze geregistreerd is in het pandregister. Maar deze registratie is niet verplicht en blijft een facultatief recht behalve wanneer een bezwaard goed onroerend kan worden door incorporatie. In dat geval is men verplicht het eigendomsvoorbehoud te registreren in het pandregister. Het zou niet de eerste keer zijn dat een leverancier van bouwmaterialen met een niet te innen schuldvordering blijft zitten nadat een aannemer of een bouwheer failliet is gegaan.
Niet te vergeten dat de registratie van een eigendomsvoorbehoud geheel of gedeeltelijk verwijderd moet worden wanneer de prijs van het goed gedeeltelijk of volledig werd voldaan.
Het spreekt voor zich dat we u graag helpen bij het opstellen van uw algemene verkoopsvoorwaarden. Aarzel niet ons te contacteren via +32 (0)2 747 40 07 of info@seeds.law.