• Leila Mstoian - Marcel Houben

Vrijwillige overuren

Wendbaar en werkbaar werk

Downloads Werknemers zullen in het kader van werkbaar en wendbaar werk de mogelijkheid hebben om op vrijwillige basis overuren te presteren, daar waar dat tot nu toe slechts toegestaan was voor specifieke redenen of omstandigheden.

In principe wordt overwerk door de Arbeidswet van 16 maart 1971 (hierna "Arbeidswet") slechts toegestaan voor specifieke redenen of omstandigheden. 

Door de figuur van "vrijwillige overuren" in het leven te roepen heeft de wetgever voor de werknemer een volledig nieuwe mogelijkheid gecreëerd om op vrijwillige basis overuren te presteren. 

Het initiatief wordt overgelaten aan de werknemer. 

De werknemer biedt zich dus als het ware als vrijwilliger aan om overuren te presteren bij zijn werkgever. Maar de effectieve prestatie van overuren is slechts mogelijk in de mate dat de werkgever wenst dat deze uren worden gepresteerd. 

1. Hoeveel overuren mogen er gepresteerd worden?

De werknemer kan maximaal 100 overuren presteren per kalenderjaar. Bij algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst kan dat aantal overuren worden verhoogd tot maximum 360 uren. 

Gezien de terughoudendheid van de vakbonden t.a.v. vrijwillige overuren lijken dergelijke collectieve arbeidsovereenkomsten eerder een uitzondering te worden. 

2. "Vrijwillige overuren" presteren kan maar mits een individueel akkoord tussen de werknemer en de werkgever

De bereidwilligheid van de werknemer om overuren te presteren bij zijn werkgever moet opgenomen worden in een individueel akkoord. Het akkoord tussen de werknemer en de werkgever omtrent de overuren moet schriftelijk worden vastgelegd voor een periode van 6 maanden, die hernieuwd kan worden voor periodes van telkens 6 maanden. 

Dit akkoord moet uitdrukkelijk en voorafgaandelijk aan de betrokken periode worden gesloten. 

De werkgeversorganisaties zijn van mening dat het administratieve luik met betrekking tot de vrijwilligheid van de kant van de werknemer eenvoudiger had mogen zijn. 

Door opeenvolgende akkoorden van 6 maanden op te leggen, heeft de werknemer de garantie dat hij steeds aan het einde van elke periode waarin hij zich kandidaat heeft gesteld om overuren te presteren, uit dat systeem kan stappen. 

Van deze formele vereisten kon op voorhand worden afgeweken bij een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in een paritair (sub)comité, die uiterlijk op 31 januari 2017 moest worden neergelegd ter griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Gezien de wet slechts op 23 februari 2017 door het parlement werd goedgekeurd, wordt deze afwijkingsmogelijkheid door de deadline van 31 januari 2017 eerder herleid tot een fictie. Althans is ons op heden geen neerlegging van een dergelijke collectieve arbeidsovereenkomsten bekend. 

3. Respecteren van de interne grens en de dag- en weekgrenzen

Het systeem van de interne grens heeft als bedoeling erop toe te zien dat werknemers in de loop van een jaar maximum 143 uren meer presteren dan het aantal te presteren uren tijdens het jaar, in toepassing van het normale uurrooster. Zodra die grens bereikt wordt, moet inhaalrust genomen worden (zie daarover rubriek 3). 

De eerste gepresteerde 25 uur van de "vrijwillige overuren" worden niet meegeteld voor de berekening van de interne grens van 143 uren (zie daarover eveneens rubriek 3). De overige vrijwillige overuren wel. Het aantal overuren die niet meegeteld worden voor de berekening van de interne grens kan tot maximum 60 uur opgetrokken worden bij een algemeen bindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. 

Opnieuw lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat zulke collectieve arbeidsovereenkomsten zullen gesloten worden gezien de terughoudendheid van de vakbonden. De representatieve werknemersorganisaties hebben felle kritiek geuit op het feit dat de eerste 25 "vrijwillige overuren" niet meegeteld worden voor de berekening van de interne grens van 143 uren. Terecht merken zij op dat daardoor die interne grens de facto wordt opgetrokken tot 168 uren. Daardoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om in totaal 168 overuren te laten presteren vooraleer de werkgever verplicht wordt inhaalrust te laten opnemen. 

De toepasselijke dag- en weekgrenzen van maximum 11 uur per dag en maximum 50 uur per week moeten hoe dan ook gerespecteerd worden. 

4. Betaling van de "vrijwillige overuren"

De overuren die in het kader van "vrijwillige overuren" worden gepresteerd, worden betaald met overloon overeenkomstig de bepalingen van artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en moeten niet worden gerecupereerd. Dit betekent dat er geen inhaalrust geldt voor "vrijwillige overuren" in tegenstelling tot de "gewone overuren", waar dat in de meeste gevallen wel zo is. 

De vrijwillige overuren kunnen gepresteerd worden buiten de uurroosters bepaald in het bestaande arbeidsreglement hetgeen de implementatie van "vrijwillige overuren" uiteraard vergemakkelijkt.