- Leila Mstoian - Marcel Houben
Het voorkomen van misbruiken is steeds een essentiële bekommernis van de wetgever geweest in
verband met deeltijdse arbeid. Als gevolg daarvan ging deeltijdse arbeid doorgaans gepaard met
logge, administratieve verplichtingen voor de werkgever.
Daaraan heeft de wet "Werkbaar en Wendbaar Werk" willen verhelpen.
Deeltijdse arbeid – de term zegt het zelf – is een arbeidsregime waarbij minder uren worden
gepresteerd dan het voltijds regime van gemiddeld 38 uren per week.
Het komt veel voor dat een dergelijk deeltijds uurrooster wordt bepaald, rekening houdend met de
persoonlijke situatie van de werknemer. Het is dus niet abnormaal dat verschillende deeltijdse
uurroosters toepasselijk zijn bij een werkgever, die meerdere werknemers deeltijds tewerkstelt.
De controle van de naleving van die deeltijdse uurroosters door de inspectiediensten – lees: de
controle op het zwartwerk – wordt daardoor niet vereenvoudigd. Integendeel!
Een dergelijke controle blijft – zo lijkt het toch – doenbaar voor zover deeltijdse arbeid wordt
gepresteerd in vaste uurroosters.
Een voorbeeld van een vast uurrooster is: elke week arbeidsprestaties van maandag tot vrijdag van
9h00 tot 13h00. Een voorbeeld van een ander uurrooster dat meer gevarieerd maar toch vast is: de
pare weken van het jaar, arbeidsprestaties van maandag tot donderdag van 9h00 tot 13h00 en de
onpare weken van het jaar, arbeidsprestaties van dinsdag tot vrijdag van 13h30 tot 17h30.
Tot nog toe dienden alle vaste deeltijdse uurroosters, of het nu gaat om een uurrooster dat voor
één werknemer of voor meerdere werknemers geldt, beschikbaar te zijn op de plaatsen waar het
arbeidsreglement kan geconsulteerd worden door het personeel.
Die vereiste is nu afgeschaft.
De deeltijdse arbeidsregeling en het toepasselijke vaste uurrooster moeten uiteraard nog wel
vastgelegd worden in de individuele arbeidsovereenkomst.
Indien de cyclus van het vaste uurrooster loopt over een periode die langer is dan één week, moeten
wel de nodige maatregelen genomen worden zodanig dat het begin van de cyclus op elk ogenblik kan
bepaald worden.
Een betrouwbare controle door de inspectiediensten wordt uiteraard nog complexer indien deeltijdse
arbeid gecombineerd wordt met variabele uurroosters: in een dergelijk systeem wordt deeltijdse
arbeid gepresteerd volgens uurroosters die van maand tot maand, van week tot week en zelfs van dag
tot dag kunnen variëren, met dien verstande dat het gemiddeld aantal gepresteerde uren tijdens een
bepaalde periode het overeengekomen aantal uren deeltijdse arbeid niet overstijgt.
Hier geldt uiteraard een verregaande flexibiliteit, die gemakkelijk tot misbruiken kan leiden. Toch
heeft de wetgever deze mogelijkheid behouden, gecombineerd met een poging om de administratieve
rompslomp voor de werkgever zo veel mogelijk te beperken.
In het arbeidsreglement moeten de volgende gegevens betreffende dit systeem van variabele deeltijdse arbeid opgenomen worden:
In de individuele arbeidsovereenkomst moet enkel de deeltijdse arbeidstijdregeling worden
bepaald.
Voor wat de mogelijke toepasselijke uurroosters betreft en de wijze waarop de toepasselijke
uurroosters worden medegedeeld, moet in de individuele arbeidsovereenkomst enkel verwezen worden
naar de regeling die is opgenomen in het arbeidsreglement.
Eventuele afwijkingen van de toepasselijke uurroosters moeten zorgvuldig worden genoteerd en
bijgehouden hetzij in papieren vorm hetzij elektronisch.
Het gemiddeld aantal gepresteerde arbeidsuren dient overeen te stemmen met het aantal
overeengekomen arbeidsuren. Als referteperiode voor de berekening van dat gemiddelde geldt in
principe een trimester. Maar deze referteperiode kan verlengd worden tot één jaar, hetzij bij
collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij door het arbeidsreglement.