- Vennootschapsrecht en M&A , Fiscaal Recht
- Bruno Gernay
- tax shelter , inverstering , audiovisuele sector , producent , investeerder , rendement
Sedert 1 januari 2015 is een nieuwe fiscale wetgeving toepasselijk voor investeringen in de audiovisuele sector.
Door een belastingvrijstelling te bieden aan vennootschappen die investeren in een Europees audiovisueel werk, wil deze fiscale maatregel het investeringsklimaat in de Belgische audiovisuele sector stimuleren.
Een investeerder pre-financiert een Europese productie door een (toekomstig) fiscaal Tax
Shelterattest te kopen van een producent. Hij dient de sommen binnen de drie maanden na het
ondertekenen van de overeenkomst met de producent over te maken.
Hiervoor krijgt hij een voorlopige belastingvrijstelling van 310% van de betaalde sommen, beperkt
tot 150% van de verwachte fiscale waarde van het Tax Shelterattest. De fiscale waarde van dit
attest is vastgelegd op 70% van de rechtstreekse productie- en exploitatiekosten die voor de
productie in de Europese Economische Ruimte gemaakt worden, en bedraagt maximum 10/9den van de
uitgaven gedaan in België. Mogelijk ontvangt de investeerder ook een vergoeding van de producent
met een maximumrente gebaseerd op het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden, verhoogd met 450
basispunten .
De
producent geeft de geïnvesteerde sommen binnen de 18 maanden - voor een animatiefilm binnen de 24
maanden - uit aan de productie. Er moeten voor minstens 90% van de waarde van het Tax Shelterattest
uitgaven in België gedaan worden, en hiervan moeten 70% bestaan uit rechtstreekse uitgaven. Dit
zijn kosten verbonden met de creatieve en technische productie van het werk. Onrechtstreekse
uitgaven m.b.t. administratie, financiële organisatie en begeleiding van de productie kunnen voor
30% van de totale uitgaven in België in rekening gebracht worden.
Na voltooiing van de productie, herrekent de federale overheidsdienst Financiën de uiteindelijke
fiscale waarde van het Tax Shelterattest op basis van de daadwerkelijk gedane uitgaven. Als het
totaal van de rechtstreekse kosten in België minder is dan de gevraagde 70%, wordt de fiscale
waarde van het definitieve attest proportioneel verminderd.
Producenten zijn alle Belgische vennootschappen of Belgische inrichtingen van niet-Belgische
vennootschappen met als voornaamste doel de productie van audiovisuele werken. Zij mogen geen
televisieomroep zijn en niet verbonden zijn met een TV-omroep.
Een producent kan zelf investeerders zoeken, maar kan hiervoor ook beroep doen op een intermediaire
organisatie. Zowel de intermediaire organisatie als de producent moet erkend zijn door de Minister
van Financiën.
Elke binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige komt in
aanmerking als investeerder, tenzij het een productievennootschap of een televisieomroep
betreft.
Het gaat hier over fictiefilms, documentaires, animatiefilms of kortfilms bestemd voor de
bioscoop, lange fictiefilms voor televisie (mogelijk opgedeeld in afleveringen), fictieseries,
animatieseries, kinderreeksen of documentaires bedoeld voor de televisie, die door de
Vlaamse/Franstalige Gemeenschap zijn erkend als Europese audiovisuele producties.
De productie moet een Europees werk zijn zoals bedoeld in de EU-richtlijn audiovisuele
mediadiensten (2010/13/EU) of vallen binnen het toepassingsgebied van een bilateraal
coproductieakkoord afgesloten door België of de Vlaamse Gemeenschap met een andere staat.
Geïnvesteerd bedrag: EUR 48.387
Tax shelter attest (geschatte en finale waarde): EUR 100.000 Voorlopige fiscale vrijstelling
:48.387 x 310% = EUR 150.000
Definitieve fiscale vrijstelling: EUR 100.000 x 150% = EUR 150.000
Belastingbesparing: EUR 150.000 x 33,99% = EUR 50.990
Rendement (na belastingen) verkregen door investeerder : EUR 50.990 - EUR 48.387 = EUR 2.603
Rendement verkregen door investeerder van de producent:
EUR 48.387 x (EURIBOR +4,5%) x (18/12) = EUR 3.992 (voor belastingen);
Totale ROI: EUR 2.603 + EUR 3.992 = EUR 6.595 = 13,6% van EUR 48.387
Bron :
Artikel 194 ter WIB als gewijzigd door de wet van 12 mei 2014; KB van 19 december 2014 ter
uitvoering van art. 194ter WIB.