News
Sinds december 2020 beschouwt het Wetboek Economisch Recht (WER) in het kader van een B2B context, een aantal bedingen als ‘onrechtmatig’.
Maar specifiek voor commerciële samenwerkingsovereenkomsten in de sector van de (buurt)supermarkten, worden nu een reeks bijkomende onrechtmatige bedingen voorzien.
Hierna bekijken we wat de precieze gevolgen zijn van deze nieuwe regeling.
1. Waarom deze nieuwe wetgeving er gekomen is?
Naar analogie met wat reeds sinds de jaren ’90 bestaat voor B2C-contracten (contracten tussen ondernemingen en consumenten), voerde de wetgever met ingang van 1 december 2020 ook voor B2B-contracten (contracten tussen ondernemingen) een regeling in waarbij bepaalde bedingen als onrechtmatig worden gekwalificeerd.
False
Lees ook
Ontdek ons e-book over onrechtmatige bedingen in B2B overeenkomsten
In ons e-book “Onrechtmatige bedingen in B2B overeenkomsten” ontdekt u een reeks praktische tips die u wegwijs maken doorheen de B2B wet.
Deze regeling voorziet enerzijds een algemene norm voor onrechtmatige bedingen en anderzijds een lijst van specifieke onrechtmatige bedingen. Wat deze lijst betreft, wordt een onderscheid gemaakt tussen bedingen die in alle omstandigheden verboden zijn (de zogenaamde ‘zwarte lijst’) en bedingen die behoudens bewijs van het tegendeel, vermoed worden onrechtmatig te zijn (de zogenaamde ‘grijze lijst’). Voorbeelden hiervan zijn bedingen waarbij bijvoorbeeld afstand wordt gedaan van elk verhaal tegenover de andere partij (‘zwarte lijst’) of excessieve schadebedingen (‘grijze lijst’).
De bedoeling van de regeling met betrekking tot de onrechtmatige bedingen in een B2B-context, is om het contractueel evenwicht te vrijwaren tussen ondernemingen, voornamelijk wanneer één van de twee partijen economisch veel sterker staat.
De wetgever stelde echter vast dat deze regeling niet volstond voor bepaalde sectoren. Zo werd in 2021 bijvoorbeeld een bijkomende regeling voorzien voor onrechtmatige bedingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen.
Ook voor wat betreft de sector van detailhandel in voedingsproducten (voornamelijk de welbekende supermarktketens dus) heeft de wetgever vastgesteld dat de algemene B2B-regels aangaande onrechtmatige bedingen, niet volstaan. Ook deze sector wordt gekenmerkt door een dominante positie van een beperkt aantal grote spelers (de supermarktketens). Deze dominante positie van de supermarktketens kan ertoe leiden dat de zelfstandige uitbaters van de desbetreffende supermarkten, gedwongen worden om bepaalde voorwaarden te aanvaarden die voor hen zeer ongunstig zijn, zoals bijvoorbeeld exclusieve bevoorradingsclausules, de hantering van maximumprijzen of de verplichting om promoties te volgen.
Om het te grote onevenwicht tussen de supermarktketens en hun zelfstandige uitbaters te verhelpen, worden voor deze sector de bestaande B2B-regels m.b.t. onrechtmatige bedingen, verder aangevuld met een aantal sectorspecifieke bepalingen.
2. Op wie zijn deze nieuwe regels van toepassing?
De nieuwe regels zijn van toepassing op ‘commerciële samenwerkingsovereenkomsten’, in de praktijk franchiseovereenkomsten met zgn. niet-gespecialiseerde winkels die voornamelijk voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten verkopen, oftewel supermarkten en superettes.
De wet definieert een commerciële samenwerkingsovereenkomst als een overeenkomst waarbij de ene partij (de ‘rechtsverstrekker’) het recht verleent aan de andere (‘rechtsverkrijger’) om bij de verkoop van producten of de verstrekking van diensten een commerciële formule te gebruiken.
Concreet zijn de bijkomende bepalingen met betrekking tot onrechtmatige bedingen dus van toepassing op de (franchise)overeenkomsten tussen een supermarktketen en haar zelfstandige uitbaters.
3. De onrechtmatige bedingen worden uitgebreid voor de sector van de supermarkten
Teneinde het contractueel evenwicht tussen deze twee partijen te beschermen, voorziet de nieuwe regeling in aanvullende lijsten met een aantal sectorspecifieke onrechtmatige bedingen.
Ook in deze context wordt gewerkt met een ‘zwarte lijst’ van bedingen die in alle omstandigheden verboden zijn en een ‘grijze lijst’ van bedingen die behoudens bewijs van het tegendeel, worden vermoed onrechtmatig te zijn.
De volgend bepalingen zijn opgenomen op de zwarte lijst en dus altijd verboden:
- bedingen waarbij de uitbater zich niet bij andere leveranciers mag bevoorraden ook indien de supermarktketen er niet in slaagt om tijdig of correct te leveren;
- bedingen die het de uitbater moeilijk maken om reeds tijdens de opzegtermijn of tijdens de looptijd van het niet-concurrentiebeding, voorbereidingen te treffen voor een nieuwe of gelijkaardige activiteit;
- bedingen waarin de uitbater wordt verplicht meer dan de helft van de kosten te dragen die voortvloeien uit promotieacties die door de rechtsverstrekker worden opgelegd;
- bedingen waardoor de rechter van de zetel van de supermarktketen of een rechter in een ander taalgebied dan de vestiging van de uitbater, exclusief bevoegd is.
De volgende bepalingen zijn opgenomen op de grijze lijst en worden dus verondersteld om, behoudens tegenbewijs, onrechtmatig te zijn:
- bedingen waardoor de supermarktketen het recht heeft om aan een zeer lage, forfaitaire prijs de supermarkt van de uitbater over te nemen;
- bedingen die de uitbater verhinderen om de overeenkomst zonder bijkomende vergoeding op te zeggen indien de supermarkt/superette twaalf maanden structureel verlieslatend is;
- bedingen die de supermarktketen de mogelijkheid geven om de overeenkomst met de uitbater te beëindigen door middel van een uitdrukkelijk ontbindend beding.
Supermarktketens die één van de ‘grijze bepalingen’ zouden wensen op te nemen in hun (franchise)overeenkomsten, doen er goed aan om deze bepalingen in een duidelijke context te plaatsen, in het kader waarvan deze te verantwoorden zijn.
4. Besluit
Deze nieuwe regels verbieden te eenzijdige bedingen en hebben hiermee als doel de economisch zwakkere partij in de supermarktsector (de supermarktuitbater), beter te beschermen tegen de economisch sterkere partij (de supermarktketen).
Zowel de supermarktketens als de supermarktuitbaters hebben er alle belang bij om zich hierover grondig te (laten) informeren. Voor supermarktketens is het belangrijk te vermijden dat ze worden geconfronteerd met een situatie waarin blijkt dat ze zich toch niet kunnen beroepen op een bepaald beding. De uitbaters hebben er belang bij op de hoogte te zijn van de wettelijke bescherming waarop ze zich kunnen beroepen in geval zij worden geconfronteerd met onredelijke bedingen.
Indien u bijgestaan wenst te worden of meer informatie hieromtrent wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze specialisten via +32 (0)2 747 40 07 of via info@be.Andersen.com.
Lees ook
B2B Alert: Nieuwe onrechtmatige bedingen in het kader van de voedingssector
15.12.2021
Handels - en Economisch Recht
Lees ook
Onrechtmatige B2B bedingen in de franchiseovereenkomst
28.01.2021
Handels - en Economisch Recht