Analyse
Op 31 december 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk (VK) de EU verlaten en is er een eind gekomen aan het vrije verkeer van personen en werknemers voor onderdanen van het VK in de EU (en vice versa).
Hoewel het terugtrekkingsakkoord tussen het VK en de EU een overgangsperiode voorzag tussen 1 februari 2020 en 31 december 2020, is de impact op de arbeidsmobiliteit van de Britten in de EU en de EU-onderdanen in het VK vanaf 1 januari 2021 op zijn minst voelbaar te noemen.
Wat nu met de arbeidsmobiliteit post Brexit? We lichten de basisprincipes toe voor de toegang tot de Belgische arbeidsmarkt.
1. Wie zijn de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord?
Het terugtrekkingsakkoord had tot doel de opgebouwde rechten van EU-onderdanen en onderdanen van het Verenigd Koninkrijk te beschermen, ongeacht of ze deze opgebouwd hebben toen het Verenigd Koninkrijk nog lid was van de EU of tijdens de overgangsperiode wanneer het niet meer tot de EU behoorde.
Onderdanen van het Verenigd Koninkrijk (en hun familieleden) die vóór 1 januari 2021 gebruik maakten van het recht op vrij verkeer van personen en werknemers, konden op basis van het terugtrekkingsakkoord hun verblijfsrechten en recht om te werken in België behouden. Voorwaarde hiertoe was dat zij in België werkten en verbleven of als grensarbeider actief waren op 31 december 2020. Eveneens moesten zij uiterlijk op 31 december 2021 een aanvraag gedaan hebben bij de gemeente/plaats van tewerkstelling om het statuut van "begunstigde van het terugtrekkingsakkoord" en een verblijfskaart M of N te verkrijgen.
Vanaf 1 januari 2021, na de overgangsperiode, zijn er dus 2 categorieën van Britse onderdanen, nl.:
- Personen die gebruik hebben gemaakt van het recht op het vrij verkeer van personen en werknemers die op het einde van de overgangsperiode (i.e. 31 december 2020) in België verblijven en werken of er als grensarbeider werken. Dit geldt zowel voor personen die voor de overgangsperiode in België verbleven of werkten als voor personen die zich tijdens de overgangsperiode België hebben gevestigd of naar België zijn gekomen om er te werken.
Voor deze categorie voorziet het terugtrekkingsakkoord twee statussen:
- een verblijfsstatus als "Begunstigde van het terugtrekkingsakkoord".
Dit zijn economisch actieve burgers en studenten. Deze status is bedoeld voor personen die hun verblijf in België willen verderzetten na het einde van de overgangsperiode. Deze personen kregen een M kaart in België die vijf jaar geldig is waarna een vernieuwing kan (moet) worden gevraagd. Deze personen kunnen een duurzaam verblijf bekomen onder dezelfde voorwaarden (M kaart die 10 jaar geldig is).
- de status van "(Britse) Grensarbeider", die bedoeld is voor personen die in het Verenigd Koninkrijk of een andere lidstaat van de EU verbleven voor het einde van de overgangsperiode maar in België werkten als werknemer of zelfstandige en deze economische activiteit willen verderzetten. Deze personen zijn houders van een N kaart die vijf jaar geldig is.
- Personen die voor het einde van de overgangsperiode geen rechten hebben opgebouwd op grond van het vrij verkeer van personen en werknemers. Dit zijn de personen die pas vanaf 1 januari 2021 naar België zijn gekomen om er zich te vestigen en/of te werken. Deze personen worden sinds 1 januari 2021 als onderdanen van een derde land beschouwd.
Deze personen zullen gebruik moeten maken van mechanismen en regels die gelden voor derdelanders die zich in België willen vestigen en werken.
Zij zullen een arbeidskaart, een single permit (voor verblijf en werk van meer dan 90 dagen) of een beroepskaart (zelfstandigen) moeten aanvragen om hier te mogen verblijven en werken.
2. Wat met de gedetacheerden?
Gedetacheerde onderdanen genieten geen beschermingsstatus onder het terugtrekkingsakkoord.
In geval van detachering naar België, is de Belgische detacheringswet van toepassing op werknemers uit het VK.
De gedetacheerde moet vanaf 1 januari 2021, indien hij niet in aanmerking komt voor de status van begunstigde op een andere grond dan zijn tewerkstelling als gedetacheerde, een aanvraag indienen bij het bevoegde gewest voor een arbeidskaart of een single permit (verblijf van meer dan 90 dagen).
3. Vrij verrichten van diensten
Op 1 januari 2021 is er een einde gekomen aan het vrij verrichten van diensten tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Het Handelsakkoord gesloten op 24 december 2020 voorziet in een nieuw kader voor het verrichten van diensten tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
In dit akkoord werden sectoren aangeduid waarbinnen diensten tussen EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk kunnen worden georganiseerd. Het verrichten van diensten is helemaal niet vrij. Een Britse werkgever zal voor zijn werknemers de toelating moeten vragen aan de Belgische autoriteiten om diensten te verrichten op het grondgebied van België, en uiteraard zal de Belgische werkgever ook toelating moeten vragen aan Britse autoriteiten om diensten te kunnen verrichten in het Verenigd Koninkrijk met zijn werknemers.