- Arbeidsrecht en Sociale Zekerheidsrecht
- Marcel Houben
- Sociaal Strafwetboek , administratieve geldboete , strafsanctie , gevangenisstraf , inspectiediensten
Voor een zeer groot aantal wettelijke en reglementaire verplichtingen opgenomen in het
arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht was het tot op heden mogelijk administratieve
geldboeten of strafsancties op te leggen. De administratieve geldboeten werden samengebundeld in de
wet van 30 juni 1971. Dit belette nochtans niet dat er een zeer grote variëteit bestond wat de
bedragen van de mogelijke administratieve geldboeten betreft. De mogelijke strafrechtelijke
sancties waren nog veel minder overzichtelijk omdat deze telkens afzonderlijk opgenomen zijn in de
desbetreffende wetten. Het gevolg daarvan was een heel gamma van strafrechtelijk geldboetes en
gevangenisstraffen die erg veel van elkaar kunnen verschillen. Ook de regelingen inzake de te
volgen procedures waren verspreid over het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en
de wetgeving inzake de inspectiediensten.
Het Sociaal Strafwetboek (abstractie makend van de wijzigingsbepalingen en de opheffingsbepalingen,
in totaal 237 artikelen) beoogt deze onoverzichtelijke warboel om te vormen tot een gecoördineerd
geheel door
In de onderzoeksfase behouden de inspectiediensten hun belangrijke rol, zoals deze reeds in 2006
werd uitgebreid. Nochtans wordt uitdrukkelijk bepaald dat zij hun bevoegdheden enkel kunnen
aanwenden voor het opsporen van inbreuken opgenomen in het Sociaal Strafwetboek en dat de gebruikte
middelen moeten aangepast zijn aan de noden van het onderzoek. Bijkomende maatregelen werden
voorzien ter bescherming van de persoon of de inrichting die het voorwerp van het onderzoek is, en
dit eveneens in de administratieve fase van het onderzoek. Daarbij liet de wetgever zich inspireren
door de wet-Franchimont. Voor een aantal onderzoeksdaden zullen de inspectiediensten zich in de
toekomst voorafgaandelijk dienen te wenden tot de onderzoeksrechter, die de politierechter
vervangt. Voor zover strafrechtelijke sancties worden voorzien, beslist het Openbaar Ministerie in
eerste instantie welk gevolg zij wil geven aan een inbreuk. In dergelijk geval kan de bevoegde
Administratie beslissen over het al dan niet opleggen van een administratieve geldboete, enkel
indien het Openbaar Ministerie besliste om de zaak te seponeren of indien het Openbaar Ministerie
na zes maanden haar beslissing nog niet mededeelde. Voor strafrechtelijke vervolging is de
correctionele rechtbank bevoegd. Geschillen inzake administratieve geldboetes worden beslecht door
de arbeidsrechtbank.
Alle inbreuken en overtredingen die vatbaar zijn voor een administratieve geldboete en/of voor een
strafrechtelijke sanctie worden samengebracht in Boek II van het Sociaal Strafwetboek volgens een
thematische indeling: inbreuken tegen de persoon van de werknemer, inbreuken met betrekking tot de
arbeidstijd, inbreuken in verband met andere arbeidsvoorwaarden, illegale arbeid, niet-aangegeven
arbeid, inbreuken betreffende de sociale documenten, inbreuken betreffende de collectieve
arbeidsbetrekkingen, inbreuken met betrekking tot het toezicht, inbreuken betreffende de sociale
zekerheid, inbreuken van valsheid, van het gebruik van valse stukken, van onjuiste of onvolledige
verklaringen en van oplichting in het sociaal strafrecht. Door deze werkwijze worden problemen in
verband met het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel veelal vermeden. Voorheen werden strafbare
feiten in vele wetten op een algemene wijze gedefinieerd in de zin van “alle overtredingen op de
bepalingen van deze wet of de uitvoeringsbesluiten ervan worden bestraft met een straf van …”. Door
een meer verfijnde omschrijving van het strafbaar feit neemt ook de rechtszekerheid toe en kan bij
de bestraffing beter rekening gehouden worden met de ernst van de inbreuk.
Daar waar de voormalige wetgeving gekenmerkt wordt door een zeer grote variëteit zowel van
administratieve geldboetes, als van strafrechtelijke geldboetes en gevangenisstraffen, voert het
Sociaal Strafwetboek 4 niveaus in van sancties, die, al naargelang de geoordeelde ernst van de
overtreding, toepasselijk zijn op de inbreuken zoals omschreven in het Boek II van het Sociaal
Strafwetboek:
Sanctie | Gevangenisstraf | Strafrechtelijke geldboete
|
Administratieve geldboete |
---|---|---|---|
Niveau1 | niet toepasselijk | niet toepasselijk | € 10 tot € 100 of € 55 tot € 550 incl. opdec. |
Niveau 2 | niet toepasselijk | € 50 tot € 500 of € 275 tot € 2.750 incl. opdec. | € 25 tot € 250 of € 137,50 tot € 1.375 incl. opdec. |
Niveau 3 | niet toepasselijk | € 100 tot € 1.000 of € 550 tot € 5.550 incl. opdec. | € 50 tot € 500 of € 275 tot € 2.750 incl. opdec. |
Niveau 4 | 6 maand tot 3 jaar | € 600 tot € 6.000 of € 3.300 tot € 33.000 incl. opdec. | € 300 tot € 3.000 of € 1.650 tot € 16.500 incl. opdec. |
Het klinkt misschien eigenaardig, maar het Sociaal Strafwetboek leidt aldus tot een
depenalisering nu voor de inbreuken van niveau 1 enkel een administratieve geldboete wordt
voorzien. In het algemeen dient zeker te worden gesteld dat het belang van de administratieve
geldboetes in grote mate toeneemt niet alleen door het feit dat een belangrijk aantal inbreuken
enkel door administratieve geldboetes kunnen bestraft worden, maar eveneens door het feit dat voor
alle inbreuken, opgesomd in het Sociaal Strafwetboek, administratieve geldboetes kunnen toegepast
worden: in tegenstelling tot de vorige wetgeving, gelden deze aldus nu eveneens voor inbreuken
inzake sociale zekerheid en inbreuken inzake vakantie en vakantiegeld. Met dit nieuwe, eenvormig
stelsel leidt het Sociaal Strafwetboek in een aantal gevallen tot een verzwaring van de straffen,
in andere gevallen tot een vermindering van de mogelijke straffen; de minimale gevangenisstraf van
6 maanden is aanzienlijk hoger dan deze voorzien in de vorige wetgeving waarin in de algemene regel
een minimum gevangenisstraf van 8 dagen wordt bepaald; het stelsel van opdeciemen is nu eveneens
toepasselijk op de administratieve geldboetes (voormalige factor: 5,5), maar ook rekening houdend
met de opdeciemen zijn in een belangrijk aantal gevallen de administratieve geldboetes lager dan in
het vorige systeem; voor alle inbreuken van niveau 1 zijn enkel administratieve geldboetes
toepasselijk, terwijl in het vorige systeem voor deze inbreuken eveneens strafsancties kunnen
toegepast worden (bij wijze van voorbeeld: de niet naleving van een algemeen verbindend verklaarde
collectieve arbeidsovereenkomst); voor zover uitdrukkelijk voorzien konden zowel de
strafrechtelijke geldboetes als de administratieve geldboetes vermenigvuldigd worden met het aantal
betrokken werknemers, maar door het Sociaal Strafwetboek wordt die factor in elk geval beperkt tot
100; zowel voor strafrechtelijke sancties als voor administratieve geldboetes kunnen verzachtende
omstandigheden in aanmerking genomen worden.
De bijzondere strafsancties (exploitatieverbod – beroepsverbod – bedrijfssluiting) blijven van
toepassing in geval van inbreuken van niveau 3 en niveau 4, voor zover deze sancties uitdrukkelijk
werden voorzien door de desbetreffende wet.
Het Sociaal Strafwetboek trad in werking op 1 juli 2011, behalve voor wat betreft de inbreuken op
algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, voor zover deze niet door een
andere bepaling van het Sociaal Strafwetboek worden gesanctioneerd. Voor deze inbreuken wordt het
Sociaal Strafwetboek van toepassing op 1 juli 2013.