- Vennootschapsrecht en M&A
- Alain De Jonge - Leo Peeters
- glazen plafond , raad van bestuur , autonome overheidsbedrijven , genoteerde vennootschappen
Het betreft hier de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende
de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van vennootschappen en de wet
van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij.
Deze wet verplicht beursgenoteerde bedrijven om er voor te zorgen dat, na een bepaalde
overgangsperiode, ten minste één derde van de leden van hun raad van bestuur bestaat uit leden van
het andere geslacht dan de overige bestuurders. Dit wetgevend initiatief kwam er als gevolg van de
vaststelling dat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de economische wereld, meer
bepaald aan de top van onze bedrijven. Vrouwen zijn wel goed vertegenwoordigd in het middenkader en
lager maar stoten op het zogenaamde “glazen plafond”, een onzichtbare barrière die haar oorsprong
vindt in organisatorische elementen, gedragspatronen en vooroordelen, om verder door te dringen
naar de hoogste regionen van de Belgische bedrijfswereld.
Er bestaat een algehele consensus betreffende de noodzaak van genderdiversiteit aan de top van onze
bedrijven, doch niet iedereen was het eens dat een opgelegd quotum een adequaat of zelfs wettelijk
middel daartoe is. De Belgische Corporate Governance Code 2009 bepaalde reeds dat de samenstelling
van de raad van bestuur wordt bepaald op basis van genderdiversiteit en diversiteit in het
algemeen, alsook complementariteit inzake bekwaamheden, ervaring en kennis (principe 2.1). Sinds
het KB van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 de enige corporate governance
code die beursgenoteerde bedrijven in hun jaarverslag mogen vermelden als de code die ze toepassen.
Echter, deze wettelijke verankering garandeert nog niet dat de raden van bestuur ook met toepassing
van genderdiversiteit worden samengesteld. In uitvoering van het principe “pas toe of verklaar”
mogen bedrijven in hun jaarverslag vermelden dat ze bepaalde delen van de Belgische Corporate
Governance Code 2009 niet toepassen met vermelding van de onderbouwde redenen daarvoor (artikel 95,
§2, 2° W. Venn.). Deze ontsnappingspiste was bedoeld voor startende of familiale beursgenoteerde
bedrijven, maar wordt in de praktijk ook door grote ondernemingen toegepast. De wet van 28 juli
2011 legt nu een wettelijk quotum op.
In het Wetboek van vennootschappen wordt een nieuw artikel 518bis ingevoegd dat bepaalt dat in
vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot verhandeling op een gereglementeerde markt,
ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur van een ander geslacht is dan dat van de
overige leden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het vereiste minimumaantal van die leden
van een ander geslacht afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
De wet treedt niet onmiddellijk in werking. De wetgever wou niet raken aan de bestaande mandaten
van de bestuurders. Bestuurders worden veelal benoemd voor de maximumduur van zes jaar. Om deze
reden geldt het opgelegde quotum slechts vanaf de eerste dag van het zesde boekjaar dat volgt na de
bekendmaking van deze wet, dus voor vennootschappen waarvan het boekjaar gelijkloopt met een
kalenderjaar, vanaf 1 januari 2017. Zo krijgen genoteerde vennootschappen ook ruimschoots de tijd
om geschikte kandidaten te vinden. Ook vennootschappen waarvan de effecten voor het eerst
toegelaten worden op een gereglementeerde markt moeten slechts aan het quotum voldoen vanaf de
eerste dag van het zesde boekjaar dat aanvangt na deze toelating. Deze laatste bepaling geldt vanaf
de eerste dag van het boekjaar dat aanvangt na de bekendmaking van de wet. Wanneer dus een
vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met een kalenderjaar in 2012 wordt toegelaten tot een
gereglementeerde markt, is zij aan het quotum onderworpen vanaf 1 januari 2018.
Vennootschappen waarvan de waarde van de vrij verhandelbare aandelen minder dan 50% bedraagt en
kleinere genoteerde vennootschappen krijgen acht boekjaren de tijd om te voldoen aan het opgelegde
quotum. Kleinere vennootschappen zijn vennootschappen die op geconsolideerde basis aan ten minste
twee van de volgende drie criteria voldoen:
De wet van 28 juli 2011 voegt ook de verplichting in om in het jaarverslag te vermelden welke
inspanningen de vennootschap heeft genomen om er voor te zorgen dat ten minste één derde van de
leden van de raad van bestuur van een ander geslacht is dan dat van de overige leden. Deze bepaling
is van toepassing vanaf de eerste dag van het zevende boekjaar na de bekendmaking van de wet in het
Belgisch Staatsblad, of voor vennootschappen met een boekjaar dat gelijkloopt met een kalenderjaar,
vanaf 1 januari 2018. Vennootschappen waarvan de waarde van de vrij verhandelbare aandelen minder
dan 50% bedraagt en kleinere genoteerde vennootschappen krijgen hiervoor negen boekjaren de tijd.
De genderdiversiteit die nu wettelijk wordt opgelegd, zal ook worden gesanctioneerd. Indien het
aantal bestuurders van een ander geslacht kleiner is dan het minimum, dan moet de eerstvolgende
algemene vergadering de raad van bestuur geldig samenstelling conform het quotum. Wordt deze
verplichting niet nageleefd, dan wordt elk voordeel, financieel of ander, van de bestuurders,
verbonden aan de uitoefening van hun mandaat, geschorst. De bestuurders genieten deze voordelen
opnieuw van zodra de raad van bestuur geldig is samengesteld. Dit is niet de enige sanctie. Indien
het vereiste quotum van bestuurders van het andere geslacht niet is bereikt, dan moet de
eerstvolgende bestuurder die wordt benoemd van dat geslacht zijn. Zo niet, is zijn benoeming
nietig. In een eerdere versie van wetsvoorstel, werd ook nog voorgesteld dat alle beslissingen van
een raad van bestuur die zou zijn samengesteld met miskenning van het quotum, nietig zouden zijn.
Deze sanctie werd echter niet weerhouden in de definitieve tekst.
De wetgevende kamers zullen de impact van de wet op de vertegenwoordiging van vrouwen in de
beslissingsorganen evalueren in de loop van het twaalfde jaar na bekendmaking, i.e. in 2023. Deze
bepaling werd ingevoegd op advies van de Raad van State. Het opgelegde quotum is een maatregel van
positieve discriminatie. Een maatregel van positieve actie kan slechts worden genomen wanneer aan
bepaalde criteria is voldaan:
De Raad van State stelde vast dat aan die criteria is voldaan, doch niet aan de tijdelijke aard
van de maatregel, waarover niets werd voorzien in het wetsvoorstel dat aan de Raad van State voor
advies werd overgemaakt. De Raad stelde dat zodra het quotum van één derde bereikt wordt, er geen
reden meer is waarom een dergelijk dispositief nog uitwerking zou hebben. De Raad stelde dan ook
voor een evaluatiemaatregel te voorzien, opdat de wetgever zich zou kunnen uitspreken over de
impact ervan. De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft de Raad van State hierin gevolgd.
De wet van 28 juli 2011 wijzigt eveneens de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven. Ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur
die worden aangewezen door de Belgische Staat of door een door de Belgische Staat gecontroleerde
vennootschap moet van een ander geslacht zijn dan dat van de overige leden. Hetzelfde geldt voor
het beheer van de Nationale Loterij. Deze bepalingen treden in werking de eerste dag van het
boekjaar dat aanvangt na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. De overheid zal
aldus het goede voorbeeld tonen aan de private ondernemingen door vroeger aan het quotum te
voldoen.