- Handels - en Economisch Recht
- Pieter Dierckx
- pandregister , roerende zekerheden , pand , zakelijke zekerheden , buitenbezitstelling , bezitloos pandrecht
De wet van 11 juli 2013 voerde een fundamentele hervorming in van het stelsel van zakelijke
zekerheden.
Dit meldden we reeds in eerdere artikels op onze website (zie onderaan).
De belangrijkste nieuwigheid van deze hervorming is ongetwijfeld de afschaffing van het vereiste
van de buitenbezitstelling van het verpande goed, waardoor een bezitloos pandrecht op roerende
goederen mogelijk zal worden.
Voor dit bezitloos pandrecht werd een regeling uitgewerkt van registratie in een nationaal
pandregister, dat zal worden beheerd door de dienst hypotheken van de algemene administratie van de
patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën. Het nieuw pandrecht zal zo
tegenwerpelijk worden aan derden en zal rang nemen vanaf het ogenblik van inschrijving in dit
pandregister.
Voorzien werd dat dit pandregister uiterlijk op 1 december 2014 de vorm zou aannemen van een
geïnformatiseerde databank, die online beschikbaar en eenvoudig raadpleegbaar zou zijn.
Echter, het geplande nationaal pandregister zal op die datum niet operationeel zijn aangezien het
ontwikkelen ervan meer tijd in beslag neemt dan oorspronkelijk werd voorzien.
Dat levert in de eerste plaats problemen op qua tegenstelbaarheid.
In sommige gevallen ontstaat er ook een rechtsvacuüm. De opheffingsbepalingen van de Wet voorzien
immers onder meer dat de huidige bijzondere regelgeving rond de verpanding van de handelszaak en
het landbouwvoorrecht wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van de Wet.
Gevolg hiervan is dat indien de wet op 1 december 2014 in werking zou treden zonder dat het
pandregister operationeel is, men niet alleen geen nieuwe panden op handelszaak en
landbouwvoorrechten meer kan vestigen, maar ook dat bestaande panden op handelszaak en
landbouwvoorrechten bij gebreke aan regelgeving dreigen verloren te gaan, of minstens hun
tegenstelbaarheid dreigen te verliezen.
Op 5 november 2014 werd daarom, op initiatief van de CD&V, de N-VA, MR en Open Vld, een
wetsvoorstel ingediend om de datum van inwerkingtreding van de wet van 11 juli 2013 uit te stellen
naar 1 januari 2017.
We houden u hierover verder op de hoogte.