- Vennootschapsrecht en M&A
- Gieljan Van de Velde - Soraya El Kounchar - Leo Peeters
- Small Business Act for Europe , KMO , 2013/34/EU , microvennootschap , kleine vennootschap
Vanaf 1 januari 2016 zijn de drempels voor kleine vennootschappen opgetrokken en ziet een nieuwe categorie van ondernemingen het levenslicht: de microvennootschap.
Dit is een van de gevolgen van de Omzetting naar Belgisch recht van de Europese Richtlijn
2013/34/EU betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten
en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen.
Dankzij de Omzettingswet en bijbehorend Koninklijk Besluit van 18 december 2015 zullen de
administratieve lasten voor KMO’s aanzienlijk dalen.
Richtlijn 2013/34/EU kadert in de overkoepelende Small Business Act for Europe van 2008 waarmee
de EU een soepel klimaat wil creëren voor KMO’s in Europa.
De hoofddoelstelling bestaat erin om de ondernemingsgeest in Europa aan te wakkeren en dit door (I)
de administratieve lasten te verlagen en (II) fiscale gunstmaatregelen in het leven te roepen.
Deze beide elementen zijn terug te vinden in de Omzettingswet en het bijhorende Koninklijk Besluit
en worden hieronder afzonderlijk besproken.
De wijzigingen situeren zich op twee vlakken: in de eerste plaats worden de drempels voor kleine vennootschappen opgetrokken en vervolgens wordt een nieuwe categorie van vennootschap ingevoerd, “de microvennootschap”.
Een kleine vennootschap mag ervoor kiezen om een verkorte jaarrekening te gebruiken en kan zo
genieten van een vereenvoudigde administratie.
Om gekwalificeerd te worden als 'kleine vennootschap' moet een vennootschap erover waken
dat het onder twee van drie wettelijke drempels blijft.
De Omzettingswet heeft deze drempels opgetrokken, zodat, vanaf 1 januari 2016, de volgende criteria
gelden:
Criteria | Drempels tot
31.12.2015 |
Drempels vanaf
1.01.2016 |
---|---|---|
Jaaromzet (excl. BTW) | 7.300.000 euro | 9.000.000 euro |
Balanstotaal | 3.650.000 euro | 4.500.000 euro |
Jaargemiddelde personeelsbestand | 50 | 50 |
Bovendien is de uitzondering met betrekking tot vennootschappen die op jaarbasis gemiddeld meer dan
100 werknemers telt, niet hernomen. Indien een vennootschap onder de eerste twee drempels bleef
maar meer dan 100 werknemers had, werd ze automatisch "groot". Voortaan zullen deze
vennootschappen met meer dan 100 werknemers alleen "groot" zijn indien er nog een andere
drempel wordt overschreden.
Het gevolg van deze drempelverhoging is dat vanaf 2016 veel meer "kleine" vennootschappen
onder deze nieuwe drempels zullen blijven.
Daarenboven zullen naar alle waarschijnlijkheid veel vennootschappen ook langer "klein"
blijven.
De Omzettingswet bepaalt immers dat indien twee van de bovengenoemde drempels overschreden worden,
dit slechts gevolgen zal hebben (en dus zal leiden tot herkwalificatie) wanneer deze
overschrijdingen zich gedurende twee achtervolgende boekjaren voordoen (consistentiebeginsel).
De invoering van microvennootschappen op 1 januari 2016 kadert eveneens in het Europees
initiatief om de lasten bij bedrijven aanzienlijk te verminderen.
De criteria waaraan op datum van de jaarafsluiting moet voldaan zijn om te genieten van de
bijbehorende voordelen van een microvennootschap zijn:
Criteria | Drempels |
---|---|
Jaaromzet (excl. BTW) | 700.000 euro |
Balanstotaal | 350.000 euro |
Jaargemiddelde van het personeelsbestand | 10 |
Om als een microvennootschap beschouwd te worden, mogen twee drempels niet worden overschreden.
Echter, van zodra er meer dan één criterium wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer
dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. Dit betekent dat wanneer meer dan één
drempel overschreden wordt in één boekjaar, men dit nog kan corrigeren zonder het statuut van
microvennootschap te verliezen.
Er geldt echter een grote uitzondering. Indien een vennootschap voldoet aan alle voorwaarden maar
een moeder- of dochtervennootschap is, zal zij niet kunnen gekwalificeerd worden als
microvennootschap.
De Commissie voor Boekhoudkundige Normen stelt voor om microvennootschappen juridisch te beschouwen
als een subcategorie van de kleine vennootschappen. Dat is ook zo in de wet opgenomen zodat wanneer
een wetsartikel verwijst naar een "kleine" vennootschap hier dan ook de
microvennootschappen in vervat zitten, tenzij expliciete vermelding van het tegendeel.
Het belangrijkste gevolg van de Omzettingswet en de creatie van de microvennootschap is dat deze
wordt vrijgesteld van het opmaken van een jaarverslag en maar in beperkte mate toelichting zal
moeten geven bij de jaarrekening.
De manier waarop de microvennootschappen hun jaarrekening zullen moeten opstellen wordt uitgewerkt
in het bijbehorend Koninklijk Besluit.
De kwalificatie als microvennootschap brengt echter niet enkel een administratieve
vereenvoudiging met zich mee.
De Omzettingswet voert ook twee fiscale gunstmaatregelen in ten voordele van de microvennootschap.
De eerste gunstmaatregel bepaalt dat personen die instappen in het kapitaal van een startende
microvennootschap, vanaf aanslagjaar 2016 kunnen genieten van een belastingvermindering van 45% (in
tegenstelling tot 30% in geval van verwerving van aandelen van een "kleine"
vennootschap).
Er zijn wel enkele beperkingen aan dit fiscaal voordeel. Zo geldt het enkel voor inbrengen in geld
en wordt het slechts toegekend voor deelnemingen tot 100.000 euro per belastbaar tijdperk.
Het tweede fiscale voordeel dat wordt ingevoerd heeft betrekking op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Er is voorzien dat microvennootschappen die ten hoogste 4 jaar oud zijn slechts 80% van hun bedrijfsvoorheffing, die ze inhouden op de bezoldigingen die ze vanaf 1 augustus 2015 betalen aan hun werknemers, moeten doorstorten aan de Schatkist (in tegenstelling tot 90% voor "kleine" vennootschappen).
De Belgische regering heeft een duidelijk signaal willen geven aan de KMO’s. Voortaan worden
deze ontheven van bepaalde administratieve plichten en fiscale lasten waardoor ze zich beter kunnen
focussen op hun kerntaak: namelijk "ondernemen".
De wetswijzigingen zorgen voor een soepeler klimaat voor bestaande en toekomstige ondernemers en
vallen als dusdanig enkel toe te juichen.