- Insolventierecht
- gerechtelijk reorganisatieplan , WCO , "Corona" opschortingsmaatregelen , onderneming in moeilijkheden , opschorting , moratorium , continuïteit van de onderneming
De tijdelijke opschortingsmaatregelen die van toepassing waren tijdens de "eerste golf" van de coronacrisis, zijn opnieuw ingevoerd. Maar ze gelden alleen voor bedrijven die als gevolg van de coronamaatregelen hun deuren hebben moeten sluiten.
Sinds 28 oktober 2020 zijn alle bedrijven in de horeca-, cultuur-, sport-, evenementen- en schoonheidssector (schoonheidssalons, kapsalons) volledig stilgelegd.
Deze maatregelen worden nu verlengd tot 1 maart 2021.
Niet minder dan 4 maanden al zijn de activiteiten van al deze ondernemingen volledig stilgelegd!
Sommige ondernemingen ondervonden zo al moeilijkheden bij de uitoefening van hun activiteit, en dit los van de bijkomende financiële en economische moeilijkheden in verband met de coronacrisis. Zij waren mogelijk al overgegaan tot de aanvraag van een WCO om de continuïteit van hun activiteiten te vrijwaren.
Vennootschappen die een gerechtelijk reorganisatieplan (of WCO) moeten uitvoeren en daarbij moeilijkheden ondervinden ten gevolge van de coronacrisis, hebben uitzonderlijk het recht om af te wijken van hun betalingsverplichtingen voorzien in het reorganisatieplan.
Een WCO-procedure biedt ondernemingen in moeilijkheden de mogelijkheid om de continuïteit van hun activiteiten te vrijwaren mits ze hun schuldeisers over een periode van hoogstens 5 jaar geleidelijk terug betalen.
De gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord is in de praktijk de meest voorkomende vorm van reorganisatie. Schuldenaars hebben de mogelijkheid om met hun schuldeisers en onder toezicht van de ondernemingsrechtbank te onderhandelen over een afbetalingsplan dat loopt over een periode van maximaal 5 jaar. Een WCO kan ook een beperkte afschrijving van bepaalde schulden met zich meebrengen.
Zulk plan heeft betrekking op de terugbetaling van zogenaamde "schulden in de opschorting", d.w.z. schulden die bestaan op het moment dat de procedure wordt ingeleid. De onderneming is echter nog steeds verplicht haar nieuwe schulden te betalen, die na de inleiding van de procedure ontstaan.
Zodra de onderneming een reorganisatieplan heeft opgesteld, dat de instemming van de schuldeisers heeft gekregen, wordt het door de rechtbank gehomologeerd. De procedure loopt dan ten einde, en dan begint de periode waarin de onderneming verplicht is het plan nauwgezet uit te voeren en de schuldeisers te betalen volgens de overeengekomen (maandelijkse) termijnen.
De onderneming staat dus voor twee uitdagingen: de terugbetaling van haar "oude" schulden via het reorganisatieplan, en de betaling van haar gebruikelijke bedrijfskosten en eventuele nieuwe schulden.
Sinds het begin van de coronacrisis hebben vele bedrijven te kampen met extra financiële moeilijkheden, enerzijds om hun gebruikelijke bedrijfskosten en leveranciers te betalen en anderzijds om de betalingstermijnen van het goedgekeurde reorganisatieplan na te leven.
Sinds 28 oktober 2020 is de situatie van sommige bedrijven nog kritischer geworden omdat ze dan hun deuren hebben moeten sluiten. En een heropening staat vóór ten minste 1 maart aanstaande niet op de planning!
Tijdens de "eerste coronagolf" was al een tijdelijke opschorting van toepassing voor de bedrijven die betalingsmoeilijkheden ondervonden als gevolg van de coronacrisis. Deze opschorting omvatte een verlenging van de betalingstermijnen van een goedgekeurde WCO, en deze maatregel was van kracht tot 17 juni 2020.
Tijdens de "tweede" golf van het coronavirus, voerde de Covid-19-wet deze wettelijke opschorting opnieuw in voor een (verlengbare) periode van 24 december 2020 tot en met 31 januari 2021.
Ondernemingen die al het voorwerp hadden uitgemaakt van een WCO met een goedgekeurd herstelplan, en die ten gevolge van de corona-epidemie niet in staat blijken het plan uit te voeren, mogen nu de betalingen voorzien in hun plan, tijdelijk opschorten.
betalingstermijnen worden verlengd zolang de algemene opschorting van kracht is
Met andere woorden, de betalingstermijnen worden verlengd zolang de algemene opschorting van kracht is, en wel onder de volgende voorwaarden:
Deze wettelijke maatregel biedt de onderneming de mogelijkheid om, bij wijze van volstrekte uitzondering, wettelijk af te wijken van haar verplichting om de WCO nauwgezet uit te voeren binnen de maximale termijn van 5 jaar.
Indien uw onderneming in deze situatie verkeert, hebt u het recht de betalingen op te schorten die in het kader van uw reorganisatieplan met uw schuldeisers zijn overeengekomen, zonder dat deze laatste om de herroeping van de WCO kunnen verzoeken omdat het niet zou zijn nageleefd.
Het reorganisatieplan wordt van rechtswege verlengd, zelfs als de maximumperiode van 5 jaar wordt overschreden. De duur van de verlenging zal dan gelijk zijn aan de duur van de wettelijke opschorting. Indien de opschorting 3 maanden duurt, wordt de uitvoeringstermijn met 3 maanden verlengd, eventueel in begrepen de maximum termijn van 5 jaar.
Dit geldt voor alle WCO’s die vóór 24 december 2020 goedgekeurd zijn, maar ook voor deze die na 24 december 2020 van kracht worden.
Tot op heden is de wettelijke schorsing van kracht tot 31 januari 2021. Met de verlenging van de verplichte sluitingsmaatregelen tot 1 maart 2021, kunnen wij alleen maar hopen dat binnenkort een koninklijk besluit wordt uitgevaardigd om de termijn voor deze opschorting en de daarop volgende maatregelen te verlengen.
Moet uw onderneming voldoen aan een reorganisatieplan en denkt u dat u onder de bovengenoemde voorwaarden valt?
Verkeert uw onderneming in financiële moeilijkheden en wenst u de continuïteit van uw activiteiten of een deel ervan te vrijwaren?
Dan kunnen we u gerust stellen. Er bestaan oplossingen.
Onze specialisten in insolventierecht staan paraat om uw vragen te beantwoorden en u met raad en daad bij te staan. Contacteer hen via CoronaTaskforce@seeds.law.
Lees ook