- Vennootschapsrecht en M&A
- Pieter Dierckx - Leo Peeters
- overdracht , familiebedrijf , familiale onderneming , schenking , successie , opvolging
De schenking van de activa, waarmee een bedrijfsactiviteit wordt uitgebaat, of van de aandelen
van een bedrijf, is onderworpen aan een schenkingsrecht van 2%. Om dit verlaagd schenkingsrecht te
behouden moeten de activiteiten van de familiale onderneming verder gezet worden gedurende minstens
5 jaar, en onroerende goederen mogen niet aangewend worden voor bewoning.
Daarentegen was de vererving van een familiale onderneming vrijgesteld van successierechten, op
voorwaarde dat de onderneming in de twaalf kwartalen (drie jaar) voor het overlijden minstens
500.000 euro (geïndexeerd) aan loonlasten heeft betaald, en na het overlijden nog gedurende
minstens 20 kwartalen 5/3den van de aanvankelijke loonlasten verder heeft betaald. Een correctie
van deze loonlasten wordt toegepast wanneer het gaat over het loon aan de zaakvoerder of zijn
familie.
De waarde waarop de vrijstelling van de successierechten berekend wordt, is bovendien onderworpen
aan correcties. De verschillen worden dan wel belast.
De erfgenamen, die van de vrijstelling genoten hebben, zijn verplicht vijf jaar na het overlijden
aan te tonen dat aan de vrijstellingsvoorwaarden voldaan werd.
Eén van de meest in het oog springende nieuwe bepalingen is de afschaffing van de vrijstelling
van de successierechten bij overdracht van een familiale onderneming.
Van zodra het decreet in werking treedt zal de vererving van een familiale onderneming belast
worden aan 3% voor verkrijging in rechte lijn en tussen echtgenoten en samenwonenden en aan 7 %
voor verkrijging tussen andere personen. De voorwaarden, die gelden om van dit voordeel tarief te
genieten, zijn dezelfde als deze die gelden voor de schenking van familiale ondernemingen.
Daartegenover staat dat de schenking van een familiale onderneming zal vrijgesteld zijn van
schenkingsrechten.
Hieronder wordt verstaan de schenking van activa die beroepsmatig geïnvesteerd zijn in een
familiale onderneming, of de aandelen van een familiale onderneming.
Vanzelfsprekend zijn een aantal beperkingen voorzien om misbruiken te vermijden. Zo geldt de
vrijstelling niet voor onroerende goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor bewoning. Ook de
patrimonium vennootschappen zijn uitgesloten van het voordeel. Patrimonium vennootschappen zijn
deze waarvan terreinen en gebouwen meer dan 50% van het actief uitmaken en de bezoldigingen en
lasten gelijk of lager zijn dan 1,5 % van het totale actief.
Familiale ondernemingen of vennootschappen zijn deze die nijverheids-, handels-, ambachts- of
landbouwbedrijven of vrije beroepen exploiteren of tot doel hebben. Indien aandelen geschonken
worden en het gaat om een holding vennootschap, dan zal deze toch beschouwd worden als een
familiale vennootschap, indien ze een directe participatie heeft van minstens 50 % in een
vennootschap die aan de criteria beantwoordt. De zetel van werkelijke leiding van de betrokken
vennootschap moet binnen de EER liggen.
Daar waar de vrijstelling tot nu enkel ten gunste van de echtgenoten was, kunnen onder de nieuwe
regeling ook samenwonenden genieten van de vrijstelling. Het gaat om de persoon die op de dag van
de schenking ofwel wettelijk samenwoont, ofwel minstens drie jaar voor de schenking ononderbroken
heeft samengewoond en een gemeenschappelijk huishouden heeft gevoerd met de schenker.
Ook het deelnemingscriterium is verruimd tot drie takken. Een deelneming van 30% in volle eigendom
van de schenker is voldoende, op voorwaarde dat de schenker tezamen met een andere aandeelhouder en
zijn familie volle eigenaar is van 70%, of met twee aandeelhouders en hun familie volle eigenaar is
van 90% van de aandelen.
Belangrijk is dat de schenking steeds moet gebeuren bij authentieke akte, waarbij een attest van de
Vlaamse belastingdienst moet gevoegd worden.
Na de schenking moeten nog een aantal voorwaarden vervuld blijven om van de vrijstelling te blijven
genieten. Meer bepaald moet de activiteit van de familiale onderneming nog gedurende drie jaar
verder gezet worden, en mogen de onroerende goederen die bij de schenking betrokken waren,
gedurende drie jaar niet tot bewoning aangewend of bestemd worden. Voor de vennootschappen geldt
een gelijkaardige vereiste, namelijk de vennootschap moet blijvend een handels- en
nijverheidsactiviteit hebben (en mag dus geen patrimonium vennootschap worden), en zij moet haar
activiteiten gedurende drie jaar verder zetten (en haar jaarrekeningen publiceren). Bovendien mag
het kapitaal van de vennootschap niet verminderd worden, en moet de zetel van werkelijke leiding
binnen de EER blijven.
Na verloop van drie jaar wordt de schenking onder vrijstelling, of de vererving onder verminderde
successierechten gecontroleerd. Indien de voorwaarden niet vervuld werden, zullen schenkingsrechten
dan wel successierechten aan het gewone tarief geheven worden.
Tenslotte, maakt de decreetgever duidelijk dat hij de schenking van familiale ondernemingen wenst
te laten gebeuren onder het nieuwe regime. Immers, aandelen en activa die door deze maatregelen
beoogd worden (familiale onderneming), en geschonken werden 7 jaar voor het overlijden (te rekenen
na 31 december 2011), zullen deel uitmaken van de nalatenschap en belast worden in de
successiebelasting aan het gewone tarief, indien de voorwaarden voor de schenking aan een familiale
onderneming of vennootschap niet werden nageleefd. Met andere woorden wordt de “verdachte termijn”
voor de schenking (zonder rechten te betalen) van een familiale onderneming of van activa die
behoren tot een familiale onderneming verlengd tot 7 jaar.
Al of niet beantwoorden aan deze nieuwe maatregel kan grote financiële consequenties hebben.
Familiale ondernemers en bedrijfsleiders doen er dan ook goed aan om tijdig na te denken over hun
opvolging.
Hopelijk heeft deze maatregel voldoende argumenten gecreëerd voor potentiële opvolgers van
familiebedrijven om hun voorgangers ervan te overtuigen tijdig maatregelen te nemen voor hun
opvolging, en zal dit als gevolg hebben dat een massaal arsenaal aan kennis en ervaring tijdig
wordt behouden, georganiseerd en doorgegeven. In tijden van crisis is zulks van zeer groot belang.
Belangrijk is te vermelden dat bovenstaande nieuwe regeling pas in voege treedt nadat het decreet
werd goedgekeurd en bekendgemaakt. Tot zolang blijft de huidige (oude) regeling van kracht.