- Lynn Pype - Griet Verfaillie
- functionaris voor gegevensbescherming , data protection officer , DPO , verwerkingsverantwoordelije , verwerker
Deze aanstelling wordt voorgeschreven door de verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (hierna “Algemene Verordening Gegevensbescherming of GDPR).
Dit is verplicht wanneer:
De eerste ontwerpteksten van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) vermeldden dat
er een DPO diende aangesteld te worden in ondernemingen met minimaal 250 werknemers. In de
definitieve verordening is deze voorwaarde niet langer opgenomen. Dit is een goede zaak aangezien
het aantal werknemers in een onderneming losstaat van de verwerking van persoonsgegevens die in een
onderneming kan plaatsvinden.
De aanstelling van een DPO is dus enkel afhankelijk van de activiteiten van de onderneming.
Het is mogelijk voor een groep van ondernemingen om gezamenlijk één DPO te benoemen, op voorwaarde
dat hij vanuit de verschillende vestigingen gemakkelijk te contacteren is. Hij mag zowel een
personeelslid zijn als een extern dienstverlener (op basis van een dienstverleningsovereenkomst).
Zijn contactgegevens moeten meegedeeld worden aan de bevoegde nationale privacy commissie
(toezichthoudende overheid).
Anders dan in de verplichte gevallen hierboven vermeld, kunnenbedrijven er vrij voor kiezen om
een DPO aan te stellen.
Dit
is zelfs aan te raden aangezien deze DPO een aanspreekpunt zal zijn voor de privacy commissie en
voor alle betrokkenen voor wat de verwerking van persoonsgegevens betreft binnen het bedrijf. De
DPO zal ook toezien en wordt betrokken bij alle aangelegenheden van het bedrijf inzake verwerking
van persoonsgegevens.
Een DPO kan ook andere taken uitvoeren binnen het bedrijf en hoeft niet uitsluitend bezig te zijn
met taken inzake verwerking persoonsgegevens.
Het bedrijf moet erover waken dat de DPO naar behoren en tijdig wordt betrokken bij alle
aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens.
Het bedrijf moet de DPO ondersteunen in de vervulling van zijn taken. Zij moet hem toegang verlenen
tot de persoonsgegevens en verwerkingsactiviteiten. Bovendien moet het hem de nodige middelen ter
beschikking stellen voor het vervullen van deze taken en hem de mogelijkheid bieden om opleidingen
te volgen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) spreekt van het in standhouden van
zijn deskundigheid.
Betrokkenen moeten de mogelijkheid hebben om contact op te nemen met de DPO over alle
aangelegenheden die verband houden met de verwerking en de uitoefening van hun rechten.
Op de DPO rust er een geheimhoudingsplicht. Hij mag andere taken binnen de onderneming uitoefenen,
maar deze mogen er niet toe leiden dat er een belangenconflict zou ontstaan.
Belangrijk is dat de DPO zeer hoog rapporteert en bij voorkeur aan de hoogste leidinggevende van
het bedrijf, zodat de bewaking van de verplichtingen omtrent de verwerking van persoonsgegevens op
het hoogste niveau bewaakt en opgevolgd wordt.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming belast de DPO met verschillende taken.
Hij dient het bedrijf en de werknemers die persoonsgegevens verwerken te informeren en
te adviseren over hun verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Persoonsgegevens
(GDPR), en andere gegevensbeschermingsbepalingen.
Daarnaast moet hij toezien op de naleving van de toepasselijke regelgeving en het beleid van de
verwerkingsverantwoordelijke. Hierbij moet aandacht besteed worden aan de toewijzing van
verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van het personeel dat bij de verwerking betrokken
is, en desbetreffende audits.
Hij moet advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling en toezien
op de uitvoering ervan.
Hij is bovendien de contactpersoon bij de toezichthoudende autoriteiten en moet ermee samenwerken.
In de uitvoering van zijn taken moet de DPO rekening houden met de risico’s die aan de verwerking
verbonden zijn, en met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden.
Vanaf 25 mei 2018 zullen ondernemingen die onder de criteria vallen een DPO moeten hebben.
Bedrijven die niet verplicht zijn een DPO te hebben, wordt het toch aangeraden een DPO aan te
stellen, zodat zij beschikken over een aanspreekpunt binnen het bedrijf voor alle betrokkenen
inzake aangelegenheden van verwerking van persoonsgegevens.
De positie van DPO vereist dat hij over enige onafhankelijkheid beschikt ten aanzien van de
onderneming waar hij is aangesteld. Hij moet er immers over waken dat de verwerking van de
persoonsgegevens correct gebeurt, en de onderneming aanspreken indien hij vaststelt dat dit niet
gebeurt.
De DPO krijgt dus een belangrijke rol toegewezen en ondernemingen die een DPO moeten aanstellen
wachten best niet tot de effectieve toepassing van deze verplichting.