- Fiscaal Recht , Financieel en Bancair Recht
- Pieter Dierckx
- bitcoin transactie , valuta , 2006/112/EG , BTW-vrijstelling , geldoverdracht , wettig betaalmiddel , deviezen
Ondernemers die bitcoins tegen andere valuta willen wisselen hoeven dus geen BTW af te dragen.
De bitcoin wordt daarmee op dezelfde manier behandeld als andere valuta (traditioneel geld).
De vrijstelling voor wettige betaalmiddelen, zoals voorzien wordt in de BTW-richtlijn 2006/112/EG,
zou uitgehold worden als BTW zou worden geheven op de activiteiten van bitcoinbedrijven.
De bitcoin is een virtuele valuta die wordt gebruikt voor betalingen tussen particulieren op het
internet alsook in bepaalde webwinkels die deze valuta accepteren. Gebruikers kunnen deze valuta
kopen en verkopen op basis van een wisselkoers.
Aanleiding
van dit arrest was een prejudiciële vraag van het Zweedse hooggerechtshof in bestuurszaken. Dat
moet een uitspraak doen in een zaak tussen de Zweedse belastingdienst en een ondernemer die een
dienst wil aanbieden waarbij traditionele munten tegen bitcoins worden ingewisseld en vice versa.
Volgens een eerste overheidsadvies aan de ondernemer moet bij de aan- en verkoop van bitcoins geen
BTW worden betaald, maar de Zweedse belastingsdienst tekende beroep aan. In deze omstandigheden
heeft het Zweedse hooggerechtshof het Hof van Justitie gevraagd of dergelijke handelingen zijn
onderworpen aan BTW, en zo ja, of zij van deze belasting zijn vrijgesteld.
Volgens de BTW-richtlijn zijn de leveringen van goederen en de diensten, die binnen het grondgebied
van een lidstaat door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden
verricht, aan BTW onderworpen. De lidstaten moeten echter vrijstellingen verlenen voor onder meer
handelingen betreffende “deviezen, bankbiljetten en munten die wettig betaalmiddel zijn”.
In zijn arrest van 22 oktober 2015 (C-264/14) oordeelt het Hof van Justitie dat het inwisselen van
traditionele valuta’s tegen eenheden van de virtuele valuta “bitcoin” (en omgekeerd) diensten onder
bezwarende titel in de zin van de BTW-richtlijn vormen, aangezien dit bestaat in het inwisselen van
verschillende betaalmiddelen en er een rechtstreeks verband bestaat tussen de door de ondernemer
verrichte dienst en de door hem ontvangen tegenwaarde, namelijk de marge die ontstaat uit het
verschil tussen de prijs waarvoor hij de valuta’s koopt en de prijs waarvoor hij deze verkoopt aan
zijn klanten.
Het verhandelen van bitcoins valt daarmee onder handelingen in de zin van de BTW-richtlijn welke in
beginsel aan BTW zijn onderworpen.
Echter, het Hof van Justitie is tevens van oordeel dat deze handelingen van de BTW zijn vrijgesteld
krachtens de bepaling inzake de handelingen betreffende “deviezen, bankbiljetten en munten die
wettig betaalmiddel zijn”. Het oordeelt dat geen BTW hoeft geheven te worden over de handel in
bitcoins, omdat deze dienst valt onder de vrijstelling van handelingen die “naar hun aard
financiële diensten zijn, ofschoon zij niet noodzakelijkerwijze door banken of financiële
instellingen behoeven te worden verricht”.
Deze vrijstelling is gericht op handelingen die betrekking hebben op diensten waarvan een
geldoverdracht onderdeel is. Daarvan is sprake nu de bitcoin een contractueel en rechtstreeks
betaalmiddel is tussen marktdeelnemers die haar accepteren.