- Handels - en Economisch Recht
- Steve Griess
- B2B-wetgeving , economische afhankelijkheid , misbruik , mededinging
De nieuwe wetgeving inzake misbruik van economische afhankelijkheid werd op 22 augustus 2020 van kracht. U vindt hieronder een lijst van 8 vragen die u en uw een onderneming toelaten te weten te komen of er sprake is van dominantie en zelfs van misbruik van economische afhankelijkheid. Daaruit zal ook blijken hoe essentieel het is om een audit te laten uitvoeren van uw bestaande contracten en modellen om meer inzicht te krijgen over uw situatie in deze context (dominant of gedomineerd en al of niet misbruik van de economische afhankelijkheid).
De meeste bedrijven hebben reeds gehoord over deze mini revolutie voor de handelsovereenkomsten tussen ondernemingen (bekend als B2B). Deze nieuwe wet voorziet in sancties in geval van "misbruik van economische afhankelijkheid" en in een lijst van onrechtmatige clausules die een contract geheel of gedeeltelijk op losse schroeven kunnen zetten. Wij verwijzen in dit verband naar het artikel dat reeds eerder over deze materie op onze website verschenen is.
De eerste fase van de toepassing van deze wetgeving is nu afgerond met de inwerkingtreding, vanaf 22 augustus 2020, van de wetgeving met betrekking tot het begrip misbruik van economische afhankelijkheid door het ene bedrijf ten nadele van het andere.
U vindt hieronder de 8 belangrijke vragen die elke onderneming zich moet stellen wil het aan deze regelgeving voldoen.
Deze nieuwe regeling is bedacht en ontworpen naar aanleiding van de vele klachten die de FOD Economie ontving. Daarin werden de volgende situaties en gedragingen gerapporteerd:
De wet beoogt asymmetrische verhoudingen tussen bedrijven te reglementeren, waarbij de ene partij een aanzienlijk economisch voordeel heeft op de andere.
Het juridische criterium voor de toepassing van deze wet is "economische afhankelijkheid".
Dit is een onderneming die zich in een situatie bevindt die haar een bepaalde economische machtspositie geeft waardoor zij een relatieve dominante positie kan innemen ten opzichte van haar partners en prestaties en voorwaarden kan opleggen die zij zonder deze machtspositie niet zou kunnen opleggen.
De onderneming die zich in een situatie van economische afhankelijkheid bevindt en van haar kant niet over een redelijk en gelijkwaardig alternatief beschikt binnen een redelijke termijn, onder redelijke voorwaarden en tegen een redelijke kost.
Het is niet verboden om een onderneming in een economische afhankelijkheidspositie te hebben, behalve als het gaat om misbruik van een dergelijke situatie (2de voorwaarde) die bovendien de mededinging kan aantasten (3de voorwaarde).
Dit moet geval per geval worden vastgesteld, maar de volgende criteria moeten zeker in aanmerking worden genomen:
Dergelijke situaties zijn vaak te vinden in de context van de relatie "producent/leverancier" en "distributeur/klant", maar dit kan van toepassing zijn op veel andere configuraties.
Dat is zeker niet het enige criterium.
Alle bedrijven zijn onderhevig aan deze wetgeving en kunnen, afhankelijk van de relatie, "dominant" of "gedomineerd" zijn. Het kunnen zowel kleine, middelgrote ondernemingen als grote bedrijven zijn.
Een onderneming kan in bepaalde opzichten economisch afhankelijk zijn en tegelijkertijd in andere opzichten een sterke positie hebben.
Zo kan een grote winkelketen zich in een sterke positie bevinden om commerciële voorwaarden op te leggen die oneerlijk zijn voor bepaalde leveranciers die er hun producten verdelen en tegelijkertijd in een positie van economische afhankelijkheid zijn ten opzichte van haar leveranciers van bijvoorbeeld logistieke of IT-faciliteiten.
Zoals hierboven aangegeven, moet er sprake zijn geweest van misbruik.
Tijdens de discussies in de aanloop van de wet werden de volgende voorbeelden als mogelijke voorbeelden van misbruik gegeven:
Dit is zeker de meest abstracte voorwaarde en deze zal ongetwijfeld aanleiding geven tot veel discussie.
De wet voorziet dat er sprake is van misbruik van economische afhankelijkheid wanneer de mededinging kan worden aangetast. Dit betekent dat het voldoende is dat het effect potentieel is en niet noodzakelijk effectief.
Er is geen aanvullende juridische toets voorhanden. Gevolg is dat deze voorwaarde mogelijk op een vrij flexibele manier zal worden beoordeeld door de rechtbanken. De vrees bestaat dat zij zullen oordelen dat aan de eerste twee voorwaarden (positie van economische onafhankelijkheid en misbruik van deze positie) is voldaan, eenvoudigweg door te verwijzen naar het "potentieel" van het effect op de mededinging als gevolg van het geconstateerde misbruik.
Misbruik van een economische afhankelijkheidspositie kan door de Belgische mededingingsautoriteit worden bestraft met boetes tot 2% van de omzet van de betrokken onderneming.
Dit misbruik kan ook aanleiding geven tot procedures tot het bekomen van een schadevergoeding en/of de stopzetting of annulering van een gehele of gedeeltelijke overeenkomst.
Elke onderneming doet er, ongeacht haar omvang, goed aan al haar bestaande contracten en mogelijke modellen aan een audit te onderwerpen om na te gaan of zij in regel is met de nieuwe wet.
Aarzel dus niet om contact op te nemen met onze experts om uw contracten te analyseren en u te adviseren over best practices op +32 (0)2 747 40 07 of info@seeds.law.