Jan Ghysels & Leo Van Broeck hekelen politieke besluiteloosheid rond ruimtelijke planning

Interview

FABA (Federatie van Algemene Bouwaannemers), opgericht in 1881, vertegenwoordigt Belgische ruwbouw- en algemene bouwaannemers ongeacht hun omvang. De federatie streeft naar maximale representativiteit, promoot het imago van de bouwsector, neemt standpunten in consensus met leden, fungeert als woordvoerder, en biedt gespecialiseerde bedrijfsinformatie en beheersbijstand op maat.

“Het juridisch kader is dermate aangetast dat het praktisch onmogelijk wordt voor overheden om nog vergunningen af te leveren die niet voor discussie vatbaar zijn.” Jan Ghysels van advocatenkantoor Seeds of Law – gespecialiseerd in ondernemingsrecht, vastgoed en bouwrecht en administratief recht – zet meteen de toon van een boeiend duo-gesprek met Leo Van Broeck, gerenommeerd architect en voormalig Vlaams Bouwmeester. Onze ruimtelijke planning draait volgens Ghysels en Van Broeck volledig in de soep en beiden wijzen met een kritische vinger naar een falend beleid: “Stel de GPS in, maar geef het stuur in handen van experten.”

België wordt geconfronteerd met heel wat ruimtelijke uitdagingen. Enerzijds zijn er de oeverloze discussies met betrekking tot de wijze waarop onze ruimte moet worden aangewend, anderzijds loopt er op beleidsniveau heel wat mis. Wat is er eigenlijk aan de hand?

Ghysels: Er is geen landschap dat zo ernstig vervuild is als het juridische landschap. Het juridisch kader is dermate aangetast dat het praktisch onmogelijk wordt voor overheden om nog vergunningen af te leveren die niet voor discussie vatbaar zijn. Het gros van de ruimtelijke ordening wordt nog altijd bepaald door de gewestplannen, gemaakt in de jaren zeventig op basis van compleet verouderde behoeftestudies.

Daarenboven heeft Vlaanderen zijn natuurgebieden onveranderlijk verklaard, terwijl veranderlijkheid net een cruciaal kenmerk van ruimtelijke ordening is. We zitten in een nijpend keurslijf en onze broek scheurt aan flarden.

Het is hoog tijd om de ruimtelijke ordening in zijn geheel te herzien en men heeft wat dat betreft een kans gemist. Er werd indertijd wettelijk bepaald dat die gewestplannen om de tien jaar opgevolgd en, indien nodig, aangepast moesten worden aan de noden van de huidige tijd. Dat is dus gewoon niet gebeurd. Er werd nooit bijgesteld, er werd zelfs nooit over gediscussieerd. En dat falen krijgen we nu in ons gezicht terug. We zitten nu met een knoeiboel waar niemand nog aan uitgeraakt. 

Van Broeck: Ik denk dat er iets fundamenteel mis is met de manier waarop wij met wetgeving omgaan. Er is totaal geen flexibiliteit. Als je GPS een route bepaalt, maar plots sluit een afrit omwille van een ongeval, dan wordt de route herrekend. Zo werkt ook ruimtelijke planning. Regels die nergens aan ondergeschikt zijn, zelfs niet aan het bereiken van uw doel, zijn eigenlijk fundamenteel fout. Wanneer je een consensus bereikt over wat je wil, dan moet je aan het stuur kunnen draaien en op die manier de wetgeving als accelerator gebruiken, niet als rem. Onze doelstellingen zijn verkeerd, vastgeroest en niet flexibel. Ik denk dus dat er veel meer mis is dan alleen maar ons juridisch systeem. Er is bijvoorbeeld geen enkele juridisch politieke beleidslaag die een V/T kaart (V/T-index is de verhouding van de totale bruto vloeroppervlakte van alle gebouwen (V) op de totale terreinoppervlakte (T), uitgedrukt in procent, red.) heeft en er wordt overal ruzie gemaakt over de dichtheid van projecten. Wat je merkt is dat België een ziekenhuis is, waarin op alle afdelingen ruzie wordt gemaakt over de temperatuur van de patiënten. En er is geen enkele dokter die al ooit een thermometer gebruikt heeft.

Lees hier het volledige interview

Download PDF

Meer weten over dit onderwerp?

Contacteer onze experten of bel +32 (0)2 747 40 07
Jan Ghysels

Jan Ghysels

Partner